
Je eigen energie opwekken én gebruiken zonder hulp van leveranciers. Zelfvoorzienend wonen betekent een flinke aanpassing aan je huis en levensstijl. Welke stappen kun je zetten?
Geen stroom of gas inkopen, en tóch comfortabel leven. Het kan in theorie. Wie zelfvoorzienend woont heeft geen elektriciteits- en gasaansluiting meer. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? We zetten het voor je op een rij.
1. Goede isolatie
Hoe minder energie je nodig hebt, hoe minder je zelf hoeft op te wekken. Isolatie is daarom een must, want de meeste energie gaat op aan het verwarmen van je woning. Denk dus aan dak-, vloer- en gevelisolatie en goed glas. Pas als je isolatiebasis op orde is, heeft het zin om met de volgende stappen aan de slag te gaan.
Met biobased materiaal zoals houtvezel kun je goed isoleren
2. Van het gas af: elektrische verwarming
Als je zelfvoorzienend wil wonen, ga je van het gas af en verwarm je elektrisch: je huis, water én je eten. De meest efficiënte manier om dat te doen is met een warmtepomp. Die werkt zuinig, maar je huis moet er wel geschikt voor zijn. Je hebt zoals je nu weet goede isolatie nodig, maar ook lage temperatuurverwarming zoals vloerverwarming of speciale radiatoren, en genoeg plek om de unit buiten neer te zetten.
Er zijn ook andere manieren om elektrisch te verwarmen, zoals met een airco of infraroodpanelen. Dat werkt vooral goed als bijverwarming of voor één ruimte. Voor warm water heb je dan een elektrische boiler nodig.
Wat minder handig is: elektrische kachels of een elektrische cv-ketel. Die verbruiken veel stroom. Voor koken is inductie de beste keuze. Dat is energiezuinig, snel en veilig.
En let op: als je van het gas af gaat, ga je dus méér stroom verbruiken.
Overstappen op elektrisch koken
3. Zelf stroom opwekken
Is je huis klaargestoomd voor extra stroomverbruik? Dan is het zaak om zelf je elektriciteit op te gaan wekken. Dat kan met zonnepanelen: die zijn inmiddels behoorlijk ingeburgerd en worden in aanschaf steeds betaalbaarder. Windmolens zijn dat (nog) niet. Kleine windmolens bestaan wel, maar zijn minder effectief dan de grote turbines op zee. Ze staan lager, vangen minder wind, zijn duur en verdienen zich nauwelijks terug.
Zonnepanelen zijn dus the way to go. Om genoeg op te wekken om zelfvoorzienend te wonen heb je voor een gemiddeld huishouden op papier 7 panelen nodig. Maar dat zegt eigenlijk weinig, want de zon schijnt niet altijd. En als de zon er wél is maar je gebruikt op dat moment geen apparaten, dan gaat de stroom verloren.
Dat is zonde. Juist in de winter en avonden verbruiken we veel energie. Om je stroom te kunnen bewaren voor de momenten dat je het nodig hebt, is er daarom nog één hobbel te nemen:
Zonnepanelen zijn de beste manier om zelf stroom op te wekken
4. Je stroom opslaan
Je moet stroom op kunnen slaan voor later. En dat is zo simpel nog niet.
Stroom opslaan kan met een thuisbatterij. Zo’n batterij heeft meestal een capaciteit van 6 kWh, ongeveer het dagelijks stroomverbruik van een gemiddeld huishouden. Op zonnige dagen wek je meer op dan de batterij aankan. In de winter is het juist lastig om ‘m vol te krijgen. In de zomer kun je dus niet al je opgewekte energie kwijt, en in de winter kom je alsnog tekort. Daar komt bij dat je een thuisbatterij stroom maximaal een paar dagen kan bewaren. Helaas dus niet dé oplossing voor je opslag.
Is een boiler dat wel? Ook met een elektrische boiler kun je energie opslaan, in de vorm van warm water. Daar kun je op een later moment bijvoorbeeld mee douchen. Helemaal zelfvoorzienend word je er helaas ook niet mee, maar het is wel een handige manier om meer van je eigen zonnestroom te gebruiken.
5. Slim stroom gebruiken
Om vraag en aanbod in balans te houden, helpt het wél om je gedrag aan te passen. De meeste huishoudens met zonnepanelen gebruiken ongeveer 30% van hun zonnestroom direct. Maar met een paar slimme aanpassingen kun je dat percentage opkrikken.
Ook de positie van de zonnepanelen maakt verschil. Kies je voor een oost-west opstelling, dan spreid je de opbrengst over de dag, waardoor je dus vaker direct de stroom kan gebruiken. Je lost er het opslagprobleem niet mee op, maar het helpt wel.
Is zelfvoorzienend wonen haalbaar?
Nee, helemaal loskomen van het stroom- en gasnet is dus lastig. Toch kun je met wat aanpassingen, en misschien wat hulp van een energiecoach, wél een stuk minder afhankelijk worden.
Wie z’n woning goed isoleert, overstapt op elektrisch verwarmen, zonnepanelen laat plaatsen en slim omgaat met energie, kan al een groot deel van z’n energie zelf opwekken én gebruiken. Dat is niet alleen duurzamer, maar maakt je ook minder kwetsbaar voor schommelende energieprijzen. En met het stroomnet dat in Nederland steeds overvoller raakt, ben je in elk geval een stuk minder afhankelijk en draag je jouw steentje bij aan de energietransitie.
Voor een warmtepomp heb je plek nodig voor de buitenunit
Wat kost zelfvoorzienend wonen?
Er hangt natuurlijk een prijskaartje aan zelfvoorzienend wonen. Niet alleen voor zonnepanelen en batterijen, maar ook voor isolatie, een warmtepomp, eventueel nieuwe radiatoren of vloerverwarming, en slimme apparatuur. Dat loopt al snel in de tienduizenden euro’s.
Daar staat tegenover dat je onafhankelijk wordt van leveranciers en een grillige energiemarkt, én dat je CO₂-uitstoot flink daalt. Je hebt geen energierekening meer, al moet je natuurlijk nog wel betalen voor onderhoud van je apparatuur. Maar we zijn eerlijk: de investering betaalt zich waarschijnlijk in geld niet terug - in karmapunten voor het klimaat dan weer wel.
Zoveel mogelijk zelfvoorzienend wonen is wél slim: met zonnepanelen en isolatie kun je besparen op je energierekening.