Twee keer per dag is het er eb en vloed. Het water komt en gaat. Bij laagwater vind je duizenden vogels op het wad die hun voedsel bij elkaar scharrelen. Bij hoog water stroomt het allemaal weer onder. Het water is constant in beweging. De Waddenzee lééft. Het gebied heeft een enorme aantrekkingskracht, en niet alleen op dieren: men komt van heinde en verre om zich onder te dompelen in de ongerepte natuur.

De Waddenzee is het best beschermde natuurgebied in Nederland. Dat zou je wel zeggen, als Natura 2000-gebied dat ook nog eens op de Unesco Werelderfgoedlijst staat. En toch wordt de Waddenzee ernstig bedreigd. Door gas- en zoutwinning, door vervuiling van containerschepen en door overlast door oefeningen van Nederlandse militairen. Kort samengevat: door activiteiten van de mens. En dan hebben we het nog niet eens over het gevaar van een hogere zeespiegel als gevolg van klimaatopwarming. De huidige situatie én de toekomst is grimmig. De Waddenvereniging luidt al sinds 2018 de noodklok voor het gebied. Volgens mij is dit het moment om het tij te keren en van de Waddenzee een rechtspersoon te maken.

Ik ben overigens niet de enige die dit vindt. Ook betrokken burgers, lokale politici in Noardeast-Fryslân en andere Rechten-voor-de-Natuur-experts vinden het een goed idee. Het zaadje dat in 2018, als een ingezonden artikel in Trouw, werd geplant kreeg de afgelopen jaren extra voeding. In oktober 2020 schaarde ook het Lab Toekomstige Generaties zich achter het idee. Via rechtspersoonlijkheid krijgt de Waddenzee zelf een plek aan tafel middels vertegenwoordigers, schrijft het Lab. Ecologische belangen kunnen zo beter vertegenwoordigd worden. Het toelaten van vervuiling kan dan beter afgewogen worden tegen het behoud van natuur. En net voor de Kerst van 2022 publiceerden Nyenrode-wetenschappers een rapport voor de Waddenacademie waarin zij stellen dat er op dit moment geen grote juridische obstakels liggen om rechten voor natuur in Nederland vast te leggen.

Het idee van rechtspersoonlijkheid voor de Waddenzee kreeg de afgelopen tijd zoveel bijval dat Christianne van der Wal, onze minister voor Natuur en Stikstof, er iets mee moest. Kort na het Nyenrode-rapport kwam haar Kamerbrief over het beleidskader van de Waddenzee uit. Daarin schrijft Van der Wal dat ze rechten voor de Waddenzee op dit moment niet wenselijk vindt. De waarde zou voornamelijk symbolisch zijn en niets toevoegen aan de bescherming van de Waddenzee. Laura Burgers, Rechten-voor-de-Natuur-expert en universitair docent aan de UvA weerlegt dat argument in een recent opiniestuk in de Volkskrant. Daarin laat ze met concrete voorbeelden uit het buitenland zien dat Rechten voor de Natuur wel degelijk een positieve impact hebben.

Nederland hoeft het wiel dan ook echt niet opnieuw uit te vinden: er zijn ruim 40 landen die Rechten voor de Natuur hebben vastgelegd in wet- en regelgeving en er zijn wel 400 wereldwijde initiatieven op dit gebied. Genoeg voorbeelden om inspiratie uit te putten voor de juridische constructie van de rechtspersoon de Waddenzee, lijkt me.

“Nederland hoeft het wiel dan ook echt niet opnieuw uit te vinden: er zijn ruim 40 landen die Rechten voor de Natuur hebben vastgelegd.”

Jessica den Outer

Jurist & voorvechter Rechten voor de Natuur

Terug naar de brief van de minister. Van der Wal schrijft dat ze zich heeft verdiept in voorbeelden van Rechten voor de Natuur. Daarin concludeerde ze dat Rechten voor de Natuur in andere landen gebaseerd zijn op een sterke relatie met de wijze waarop inheemse volkeren verbonden zijn met de natuur. Inspirerend, maar niet vergelijkbaar met de Nederlandse situatie, schrijft ze.

Vorige maand besloot ik met een update op Linkedin de argumenten van de minister te weerleggen. Ik kreeg flink wat bijval (met ruim 440 duimpjes en 47 getypte reacties). Dat wij niet, zoals inheemse volken elders in de wereld, ons zo diep verbonden voelen met de natuur ‘is misschien juist wel het probleem’, schrijft een jurist met een groen hart: ‘wij zouden juist kunnen leren van inheemse volkeren. In het Westen stellen wij ons op als heerser over de natuur, en we hebben gezien waar dat toe leidt.’ ‘De Friesen wonen al generaties lang aan de Waddenzee en zijn een inheems natuurvolk’, schrijft iemand anders.

Bovendien was het ontbreken van een inheemse cultuur voor Spanje ook geen belemmering om rechten voor een kostbaar stuk natuur in te voeren. Mar Menor, een grote zoutwater lagune dat 100 kilometer ten zuiden van Alicante ligt, heeft als eerste Europese natuurgebied rechtspersoonlijkheid gekregen. De politiek kon de 639.000 handtekeningen voor rechtspersoonlijkheid van Mar Menor niet negeren en legde in oktober 2022 de rechten van Mar Menor vast.

In het commissiedebat over de Waddenzee dat eind januari volgde, klonk gelukkig een tegengeluid. De meerderheid van de politieke partijen was goed voorbereid en kwam met sterke argumenten om meer aandacht te geven aan rechten voor de Waddenzee. En daar ben ik heel blij mee. Want deze kwestie overstijgt politiek: of je nou de Waddenzee wil beschermen om zijn intrinsieke waarde, of omdat het tot onze nationale pronkstukken behoort: ik vind dat we onze politieke overtuigingen opzij moeten zetten en ons allen moeten inzetten voor een gezamenlijk doel.

Rechten voor de Natuur kunnen de politieke waanzin van de dag overstijgen, schreef Jan Pronk over mijn nog te verschijnen boek ‘Rechten voor de Natuur’ (Lemniscaat, 2023). Laten we niet vergeten waar dit in werkelijkheid om gaat: de Waddenzee beschermen en behouden. Dat moet voor huidige en toekomstige generaties van alle soorten van leven, inclusief de mens.