De hele wereld is met elkaar verbonden, dat vind ik normaalgesproken een magisch besef. In dit geval niet. Eerder pijnlijk, wanneer je het geheel op je in laat werken. Dat spelers uit Nederland zo achteloos een spoor van destructie achter kunnen laten, 8.000 km verderop.
Ik mocht laatst een gesprek leiden met een groep mensen van Friends of the Earth die aandacht vragen voor een onderbelichte situatie in Mozambique. Ze lanceerden een rapport, gebaseerd op stukken die na een WOB-verzoek met veel zwarte tip-ex waren vrijgegeven door de overheid.
Wat blijkt er aan de hand? In de regio Cabo Delgado (weleens van gehoord?) in Mozambique, zijn bijna een miljoen mensen op de vlucht geslagen. Duizenden mensen zijn vermoord. Het leger pleegt seksueel geweld. Jonge meiden en jongens worden gerekruteerd door lokale milities. Journalisten en activisten worden bedreigd en verdwijnen in sommige gevallen spoorloos.
En wat hebben wij in Nederland daar dan mee te maken? Naar blijkt: veel. Het sleutelwoord: exportkredietverzekeringen. Dat zijn verzekeringen van de overheid, bedoeld om grote projecten in het buitenland minder risicovol te maken voor ondernemingen. In dit geval gaf de Nederlandse overheid baggeraar Van Oord exportsteun ter waarde van een miljard euro. Ook exportkredietverzekeraars uit de VS, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië investeerden miljarden in Cabo Delgado. Het verzekerde project: een gigantisch aardgasproject, onder leiding van olie- en gasbedrijf Total.
Belangrijk detail: de bedrijven werden al jaren gewaarschuwd voor de grote risico’s, zowel de financiële als die op het gebied van milieu, klimaat en mensenrechten. Cabo Delgado wordt geteisterd door armoede, en kent een lange geschiedenis van onrust. Om er gas uit de bodem te kunnen halen, moesten er hele dorpen worden ‘verplaatst’. Mensen werden daarvoor maar een kleine compensatie beloofd, omgeven door dwang. De lokale bevolking – die op geen enkele manier deelt in de winst van dit project – zag dit niet zitten.
“Ondanks de Nederlandse belofte om te stoppen met het financieren van fossiele projecten gaan de exportkredietverzekeringen gewoon door.”
En inderdaad. Een golf van lokale onrust ontstond door het initiëren van het gasproject, onder meer door militante groeperingen die aanslagen pleegden. Dit werd hard neergeslagen door het leger. Amerikaanse troepen en een Europese missie werden ter plaatse ingezet om het Mozambiquaanse leger te trainen. Veel van de inzet is, aldus het rapport, gericht op het beschermen van het gasproject en de industrie.
Het gasproject zelf, dat is voor nu maar gestaakt. Maar Mozambique is natuurlijk niet de enige plek waar dit gebeurt. Ondanks de COP26-belofte van de Nederlandse overheid om zich te houden aan de internationale afspraak om te stoppen met publieke financiering voor buitenlandse olie- en gasprojecten, worden er nog steeds fossiele projecten ontwikkeld met steun van publiek geld.
En is de Nederlandse overheid - vlak voor de nieuwe COP in Egypte - met een gatenkaasbeleid gekomen waarover Anabela Lemos, directeur van Friends of the Earth Mozambique schrijft: “This Dutch policy with all its exceptions not only undermines the Glasgow commitment; it puts countries like Mozambique at risk of further fossil exploitation, under the guise of ¨development¨. Fossil development only benefits the rich and goes at the expense of the poor and the planet.”
“Wie zijn wij om mensen in Mozambique te verplaatsen van hun land, omdat wij in Nederland gas willen?”
Deze projecten zijn in strijd met de kennis dat we nu alle fossiele brandstoffen in de grond moeten laten zitten als we ons aan onze klimaatbeloften willen houden. Maar dat niet alleen: het getuigt van neokoloniale arrogantie, zo groot en genormaliseerd dat je het bijna niet eens meer ziet. Wie zijn wij om mensen in Mozambique te verplaatsen van hun land, omdat wij in Nederland gas willen? Wie zijn wij om mensenlevens op het spel te zetten en daar zo weinig waarde aan te hechten?
Intussen nam Atradius Dutch State Business, de Nederlandse exportkredietverzekeraar in kwestie, na het uitkomen van het rapport expliciet geen verantwoordelijkheid voor de situatie in Cabo Delgado. Ze hebben hun ‘due diligence’-processen goed doorlopen, zeggen ze. Hier zetten mijn gespreksgenoten vraagtekens bij – de risico’s waren immers wel degelijk bekend. Bovendien, vroegen zij zich af, waar is de menselijkheid, het ethisch besef?
En dat geldt niet alleen voor die onaantastbare exportkredietverzekeraar. Maar ook voor ons, hier, vandaag. We kunnen onze veiligheid, ons privilege, ons netwerk, ons bereik, zelfs ons ongemak inzetten om het grotere plaatje te beïnvloeden. Door ons te informeren en uit te spreken tegen de publieke financiering van fossiele projecten. En door met elkaar een alternatief te schetsen. Van een economie die het dekoloniseren van ons denken en handelen vooropstelt. En er transparantie, ethiek en vooral gelijkwaardigheid voor in de plaats brengt.