Eet minder vlees. Dat is doorgaans hét advies aan mensen die een duurzaam dieet nastreven. Maar hoe zit het eigenlijk met vis? Kan een pescotarisch dieet – een dieet zonder vlees, maar met vis - milieubewust zijn? Dat hangt volledig af van de keuzes die je maakt.
Wereldwijd wordt er jaarlijks zo´n 67 miljard kilo vis verhandeld, met een totale waarde van ongeveer 143 miljard euro. Een enorme markt dus. En dat heeft een aantal nadelige gevolgen. Volgens een impactrapport van The Good Fish Foundation en WWF wordt momenteel 35 procent van de vissoorten die we eten overbevist. Zo’n 58 procent van deze soorten wordt maximaal bevist (op het randje dus) en 20 procent van alle vis wordt illegaal en onder twijfelachtige arbeidsomstandigheden gevangen.
Wie zo duurzaam mogelijk wil eten, kan vis dus beter laten staan en een volledig plantaardig dieet nastreven. Wil of kan je die stap (nog) niet zetten? Dan zijn er een aantal zaken waar je op kan letten, om in ieder geval zo duurzaam en milieubewust mogelijk vis te eten.
De CO2-uitstoot van vis: een black box
Wie aan duurzaamheid denkt, denkt waarschijnlijk al snel aan CO2-uitstoot. Hoe zit het dan met de CO2-impact van vis? Uit een studie van de University of Oxford uit 2018 blijkt dat gekweekte vis gemiddeld leidt tot 5,98 kilo CO2-uitstoot per 100 gram eiwitten. Ter vergelijking: bij rundvlees gaat het maar liefst om 49,89 kilo. Tofu doet het juist een stuk beter dan vis, met 2 kilo CO2-uitstoot per 100 gram eiwit.
Tekst gaat verder onder de grafiek.
De klimaatimpact van gekweekte garnalen is volgens dit onderzoek reuze. Gekweekte vis doet het nog niet eens zo slecht.
Maar de waarheid is: er is heel veel dat we nog niet over weten over de CO2-impact van vis. Margreet van Vilsteren, oprichter van Good Fish (maker van de VISwijzer): “Wij hebben ruim 2.500 vissoorten in onze database staan en van slechts een handjevol is de precieze CO2-impact bekend.” Met andere woorden: de mens eet talloze vissoorten, die op verschillende manieren gevangen of gekweekt worden en over verschillende afstanden getransporteerd worden. De conclusies van de University of Oxford zijn dan ook behoorlijk generiek, terwijl het verschil tussen de ecologische voetafdruk van twee visproducten net zo groot kan zijn als het verschil tussen die van rundvlees en kip.
Wat weten we wel? Een voorbeeld: garnalen uit Azië, Afrika en Midden- en Zuid-Amerika zijn, met 18,19 kilo CO2-uitstoot per 100 gram eiwitten, behoorlijk milieubelastend. Voor garnalenkweek worden mangrovebossen (die veel CO2 opnemen) vaak vernietigd én de garnalen worden vaak per vliegtuig vervoerd. Bij mosselen is dat een heel ander verhaal. De CO2-voetafdruk van deze schelpdiertjes is zes keer lager dan die van garnalen en kip. En een mosselburger heeft zelfs een lagere CO2-impact dan een vegetarische burger van Beyond Meat, berekende de Good Fish, terwijl de nutritionele waarde hoger ligt.
Overbevissing en bijvangst
Van veel vissoorten is de precieze CO2-impact vooralsnog dus een black box. Hoe bepaal je dan hoe (on)duurzaam visproducten eigenlijk zijn? Een belangrijke graadmeter is overbevissing. Verschillende vissoorten hebben het ontzettend zwaar. Het International Council for the Exploration of the Sea (ICES) berekende in 2021 bijvoorbeeld dat de kabeljauw-populatie in de Noordzee sinds 1970 daalde met 80 procent. Ze adviseerden toen dan ook om kabeljauwvangst in sommige delen van de Noordzee tijdelijk stop te zetten. Maar ook verschillende soorten paling worden door overbevissing inmiddels met uitsterven bedreigd. “Het advies uit de wetenschappelijke wereld is dan ook om paling helemaal niet meer te vangen”, zegt Van Vilsteren. “De enige reden dat het nog wel gebeurt, is omdat het volgens de wet wel gewoon mag.”
Overbevissing zorgt er dus voor dat meerdere vispopulaties ineen storten en zelfs met uitsterving bedreigd worden. En dát heeft weer verregaande gevolgen voor mariene ecosystemen. Gezonde groei van koraalriffen is bijvoorbeeld afhankelijk van algen-etende vissen, die koraal op die manier schoon houden en de groei ervan stimuleren. Maar als die vissen er (door overbevissing) te weinig zijn, worden koraalriffen dus kwetsbaarder.
Ook bijvangst is een belangrijk probleem in de wereldwijde visserij. Neem sliptong: van al het zeeleven dat een sliptongvisser vangt, is maar liefst 85 procent bijvangst. Die bijvangst wordt doorgaans teruggegooid in zee. Dat klinkt misschien goed, maar volgens Milieu Centraal is de overlevingskans van deze mariene diersoorten, van andere vissen tot schelpdieren, een magere 15 tot 30 procent. Dat is een heel ander verhaal bij bijvoorbeeld haring. “Haringen zwemmen in grote scholen, waardoor je er efficiënt en veel tegelijkertijd kan vangen, zonder te veel schadelijke bijvangst. En je hoeft er ook geen zware netten voor over de zeebodem te slepen”, aldus Van Vilsteren.
Hoe worden visproducten gevangen of gekweekt?
Een andere belangrijke pijler die de duurzaamheid van visproducten bepaalt, is de manier waarop ze gevangen of gekweekt zijn. Bij wilde vis staat boomkorvisserij (het slepen van netten over de zeebodem om platvissen te vangen) bijvoorbeeld te boek als een niet-duurzame vorm van visserij. Dat heeft te maken met de hoeveelheid bijvangst die ermee gepaard gaat, maar ook omdat het de zeebodem (de leefomgeving van veel mariene diersoorten) beschadigt. Daarnaast staat longline-visserij slecht te boek, waarbij kilometerslange lijnen uitgegooid worden, met haken en aas eraan. Van Vilsteren: “De longline is misschien wel de meest schadelijke manier om tonijn te vangen. Soms bestaat meer dan de helft van de vangst uit bijvangst van andere vissen, zeeschildpadden, haaien, roggen of zeevogels.” Fuiken voor vissen en korven en vallen voor schaaldieren zijn milieubewustere vormen van visvangst, vervolgt ze: “Ze hebben weinig impact op het ecosysteem en de overlevingskans van bijvangst is relatief hoog.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Hoe (on)duurzaam een visproduct is, hangt onder andere af van de manier waarop de vis werd gevangen | Foto: Unsplash
Bij kweekvis gaat het vooral om voer- en antibioticagebruik en of de kwekerij geen negatieve impact heeft op omliggende wateren. De grootste milieu-impact zit hem bij kweekvis in het voer: kweekvis wordt vaak gevoed met vismeel, dat weer van wilde vis gemaakt wordt en tot overbevissing kan leiden. Milieu Centraal stelt bijvoorbeeld dat de productie van 1 kilo kweektonijn maar liefst 10 tot 15 kilo (!) wilde vis vereist. Open kweeksystemen staan vooral slecht te boek, mede omdat ze grenzen aan natuurlijke wateren. Daardoor kunnen kweekvissen ontsnappen en ziektes overdragen aan wilde vis. Gesloten kweeksystemen, ook wel recirculatiesystemen genoemd, scoren beter. De kweekvijvers staan niet in contact met open wateren. Daarnaast wordt het water zoveel mogelijk gefilterd en hergebruikt en wordt de gezondheid van de vissen gemonitord, waardoor er minder antibiotica nodig is.
Supermarkt of visboer?
De duurzaamheid van vis hangt dus van allerlei factoren af. Daarbij geldt dat het eten van sommige vissoorten absoluut niet duurzaam is, terwijl andere visproducten een stuk minder milieubelastend is. Hoe baan je je als visetende consument een weg door deze wirwar van informatie en hoe maak je de meest duurzame keuzes? Er zijn gelukkig een aantal handvatten die je kunnen helpen. We zetten een aantal tips op rij:
- Let op deze twee keurmerken: Het ASC-keurmerk voor gekweekte vis en het MSC-keurmerk voor wild gevangen vis zijn volgens deskundigen (over het algemeen) te vertrouwen. Zeker niet onomstreden of perfect, maar toch belangrijk om rekening mee te houden. Visproducten met het ASC-keurmerk scoren relatief goed op antibioticagebruik, de milieu-impact van het gebruikte visvoer en arbeidsomstandigheden. Bij visproducten met het MSC-keurmerk kan je ervan uitgaan dat er geen sprake is van overbevissing en de impact op ander zeeleven beperkt is. Maar let op: beiden keurmerken zeggen niets over dierenwelzijn.
- Gebruik de VISWijzer bij het kiezen van vissoorten: Maar wanneer kies je dan voor gekweekte vis of gevangen vis? En welke vissoorten kies je überhaupt? De VISwijzer van de Good Fish Foundation biedt uitkomst en is ook beschikbaar als app op je smartphone. In de VISwijzer wordt de visserij van ruim 2.500 vissoorten op duurzaamheid beoordeeld. Het werkt met een stoplicht-systeem: rood betekent dat de vis in kwestie niet-duurzaam is gevangen of gekweekt, geel zit in het midden en vissoorten met groen licht bestempelt de VISWijzer als duurzame vis. De beoordelingen worden gemaakt door een onafhankelijk team van vis-experts, op basis van wetenschappelijke publicaties. “Over het algemeen zit je goed met MSC-gecertificeerde koolvis, haring en mosselen”, zegt Van Vilsteren. “Paling en platvissen moet je over het algemeen juist vermijden. En hoe dichter bij huis gevangen of gekweekt, hoe beter.”
- Verkies de supermarkt boven de visboer: Je zou het misschien niet verwachten, maar de vis die in de supermarkt ligt, is over het algemeen duurzamer dan die bij de lokale visboer of visspeciaalzaak. Dat heeft meerdere redenen. Van Vilsteren: “Als je een compleet visje op de markt koopt, gooi je er uiteindelijk veel van weg. Maar bij een kabeljauwfilet uit de diepvries kan je er vanuit gaan dat de producent alle andere delen van de vis, van kop tot staart, gebruikt. Daarnaast heeft gemiddeld 70 procent van de visproducten in supermarkten een zogeheten topkeurmerk, zoals ASC en MSC. Bij visspeciaalzaken gaat het gemiddeld om 1 procent. Viswinkels in de EU zijn daarnaast al jaren verplicht om bordjes te zetten bij de vis die ze aanbieden. Daarop moet staan waar de visproducten vandaan komen en hoe ze gevangen zijn. Maar de Consumentenbond deed in 2021 onderzoek bij 99 viswinkels in Nederland en trof er slechts één aan die dit op orde had.
Is vis nu duurzaam of niet?
Maar dan nu de hamvraag: past vis in een duurzaam en milieubewust dieet, of niet? Het is ingewikkeld. Over het algemeen is de CO2-uitstoot van visproducten beduidend lager dan die van vlees. Maar andere factoren spelen een minstens net zo belangrijke rol, zoals overbevissing en de verstoring van en schade aan mariene ecosystemen. Een milieubewuster dieet dan volledig plantaardig is er niet. En daar hoeft je gezondheid niet onder te lijden, stelt diëtist Lobke Faasen in dit Vanaf Hier-artikel.
Wil je (nog) geen afscheid nemen van vis? Dan is het vooral belangrijk om er bewust mee om te gaan. “We moeten bijvoorbeeld niet met z´n allen sliptong gaan eten”, zegt Van Vilsteren. “Bewuste keuzes zijn, zeker bij vis, ontzettend belangrijk.”