Of je nu om je heen kijkt op een willekeurig congres over duurzaamheid, bij de lancering van een nieuw product van een purpose gedreven merk of op een bijeenkomst van een groene politieke partij, de wereld van duurzaamheid is witter dan wit.

De klimaatcrisis wordt vaak de grote gelijkmaker genoemd. Dat niemand aan de gevolgen van klimaatverandering zal ontkomen klopt, maar de impact op het leven van mensen is allesbehalve gelijk. Wie het minste bijdraagt aan klimaatverandering, wordt het hardste geraakt door de gevolgen. Dat er een akkoord is bereikt over een schadefonds tijdens de VN-klimaattop in Sharm el-Sheikh voor financieel benadeelde landen is een belangrijke stap richting klimaatrechtvaardigheid. Het feit dat op het belangrijkste punt, de opwarming van de aarde geen akkoord is bereikt, is echter een red flag.

Zoals VN-chef António Guterres terecht aangeeft "Het is geen oplossing voor de klimaatcrisis die kleine eilandstaatjes van de kaart veegt of een compleet Afrikaans land verandert in een woestijn.” Met andere woorden, laten we dit schadefonds niet gebruiken om ons vrij te stellen van de verantwoordelijkheid die we dragen voor de huidige staat van de wereld. Het is een noodzakelijke, reactieve oplossing. Het is een pleister op de wond, maar het is noodzaak de oorzaak van de wond aan te pakken.

Koloniale groei

Als we de wond aankijken zien we dat de wereld is gebouwd op imperialisme, kolonialisme en kapitalisme, gericht op winstmaximalisatie en exploitatie. Het innemen van grondgebied, overheersen van bevolkingen en het roven van grondstoffen met als doel de eigen natie economisch te bevoordelen heeft westerse landen ontzettend veel welvaart gebracht.

“Wanneer je op de wereldkaart kijkt welke landen de meeste broeikasgassen uitstoten en welke landen het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van de klimaatcrisis is het alsof je naar de koloniale wereldkaart kijkt”, zegt David van Reybroek in het essay ‘Kolonialisme’ in het NRC. “De grote uitstoters zijn de landen van het Globale Noorden, de grootste slachtoffers de landen van het Globale Zuiden, de voormalige kolonies”. We kijken toe hoe door de droogte het aantal mensen dat bedreigd wordt door extreme hongersnood in Ethiopië, Kenia en Somalië razendsnel toeneemt, van 10 miljoen vorig jaar tot 23 miljoen nu. Voor de overstromingen in Nigeria die tot ernstige voedseltekorten hebben geleid en waardoor 1,3 miljoen miljoen mensen ontheemd zijn is amper aandacht in de Nederlandse media.

Maar wanneer de westerse manier van leven in gevaar dreigt te komen, wordt alles uit de kast getrokken om te voorkomen dat wij iets moeten inleveren. Tijdens de coronacrisis werden mensen in Afrikaanse landen die minder gevoelig waren voor de gezondheidsrisico’s van het virus tot strenge lockdownmaatregelen gedwongen om onze gezondheid te beschermen. Voor veel mensen in landen waar geen vangnet werd geboden betekende een lockdown direct het einde van inkomen en dus levensgevaar. De verantwoordelijkheid voor de oorzaak van de pandemie en de gevolgen in financieel benadeelde landen werd in Nederland en andere westerse landen amper gevoeld, de aandacht ging vooral uit naar hoe wij weer ‘terug naar normaal’ konden.

In Nederland is duurzaamheid een elitefeestje

Niet alleen op globaal niveau worden de meest kwetsbare mensen het hardste geraakt door de klimaatcrisis. Ecologische en sociale ongelijkwaardigheid gaan ook in Nederland steeds meer hand in hand. Mensen met lagere inkomens dan gemiddeld worden benadeeld doordat sociale huurwoningen slecht geïsoleerd zijn en er milieuheffingen op oudere (vervuilende) voertuigen gelden. Ook is een duurzaam leven onbetaalbaar. Of het nu gaat om de hoge treinprijzen, biologische voeding, nieuwbouwwoningen, elektrische auto’s of duurzame kleding en verzorgingsproducten.

“Zolang een duurzaam leven voorbehouden is aan een geprivilegieerde groep mensen komen we niet verder.”

Nadine Ridder

Zolang een duurzaam leven voorbehouden is aan een geprivilegieerde groep mensen komen we niet verder. Als ongelijkwaardigheid de oorzaak is van het probleem, moet gelijkwaardigheid de basis zijn van de oplossing. Groen is nog steeds een kapitalistisch verdienmodel waarin de huidige ongelijkwaardigheid niet alleen in stand blijft, maar toeneemt. Het donutmodel van Kate Raworth biedt een alternatief. In haar ogen moet een economie zich tussen een ecologische bovengrens en een sociale ondergrens bewegen.

Het bestrijden van armoede en kansenongelijkheid is daarbij niet meer of minder belangrijk dan het verminderen van CO2-uitstoot of de reductie van afval. Om te herkennen hoe koloniaal denken vandaag de dag doorwerkt binnen de duurzaamheidssector en klimaatbeweging is een breder scala aan perspectieven nodig. Met alleen mensen die hebben gestudeerd voor rechtvaardigheid redden we het niet, mensen met geleefde ervaringen zijn hard nodig voor het verbreden en verdiepen van het perspectief. Diversiteit dus.

Een inclusief narratief 

Het huidige narratief rondom duurzaamheid sluit grote groepen mensen uit. Er wordt gecommuniceerd in cijfers en percentages, er is een focus op innovatie en wetenschap, het gaat over zonnepanelen en Tesla’s. Maar klimaatrechtvaardigheid zou in de eerste plaats moeten gaan over armoedebestrijding, over antiracisme en het vooropstellen van kennis van inheemse mensen. Een eerlijk en inclusief verhaal dat voorbijgaat aan het feel good activisme waar B-CORP gecertificeerde bedrijven zo dol op zijn.

Klimaatrechtvaardigheid gaat over het dekoloniseren van de duurzaamheidssector en de klimaatbeweging. Het gaat niet over wát de klimaatcrisis heeft veroorzaakt, maar wie. En dat diegene kritisch in de spiegel durft te kijken. Er is een kans dat de klimaatcrisis de grote gelijkmaker wordt, maar dan moet de behoefte aan dominantie en ‘meer’, plaats maken voor het streven naar gelijkwaardigheid en ‘genoeg’.