Mogen we elkaar de maat nemen? Moraliseren, ofwel elkaar voortdurend wijzen op wat we goed of fout doen, is regelmatig onderwerp van discussie. Zéker als het gaat om ons gedrag voor een betere en schonere wereld. De ‘gutmensch’ als belediging, of juist als geuzennaam.

We praten te weinig over deze normen en waarden. Daar zijn allerlei redenen voor: angst om voor moraalridder uitgemaakt te worden, of om ruzie te krijgen. Maar het belang van normen en waarden voor het functioneren van een samenleving mag wat mij betreft weer hoog op de agenda. Van de wijze waarop we met elkaar omgaan tot in hoeverre we verantwoordelijkheid hebben voor misstanden in de wereld. Want een samenleving zonder moraal kan niet bestaan. Als we geen basisregels met elkaar afspreken wordt het een zooitje, en in zo’n samenleving wil ik niet leven.

Maar hoe start je een gesprek over wat goed is, of juist fout, zonder uit de bocht te vliegen? Zelf spreek ik mijn familieleden of vrienden niet op hun (on)duurzame gedrag aan. Ik weet namelijk dat ik zelf ook niet consequent duurzaam leef. Wie ben ik om hen te wijzen op hun vlieggedrag als ik zelf wel eens de houtkachel aansteek? Dat wordt een hopeloze missie.

Niet dat ik denk dat mijn individuele gedrag als consument enig verschil maakt in de wereld. Maar dat wil niet zeggen dat ik daarom maar raak ga vliegen. Het voelt gewoon niet goed om individueel geen consequenties te verbinden aan mijn inzet voor een duurzamere wereld. Daarom kies ik ervoor om hoogstens eens in de vier tot vijf jaar te vliegen. En dat voelt goed. De ‘heeft het wel effect?’-vraag is voor mij geen relevant argument.

Daarbij komt dit navelstaren naar individueel gedrag bedrijven en de politiek juist heel goed uit. Hoe meer de maatschappelijke discussie over verduurzaming gaat over individueel consumentengedrag, hoe minder zij hun verantwoordelijkheid hoeven te nemen. Het individualiseren van het duurzaamheidsprobleem zorgt er namelijk succesvol voor dat je als bedrijf of politiek niet in actie hoeft te komen. Het wordt het probleem van de consument, en daarmee blijft het klein, voelt de consument zich schuldig en blijft het vervuilende systeem buiten schot. Om vervolgens de klimaatspagaat erbij te halen en te roepen: zie je wel, de klanten willen gewoon vliegen, zelfs de vegetariërs!

“Hoe meer de discussie gaat over ons consumentengedrag, hoe minder bedrijven en politiek hun verantwoordelijkheid hoeven te nemen.”

Piet Sprengers

Duurzaamheidsexpert ASN Bank

Maar wat blijkt? Al die individuele acties, zoals die zonnepanelen en zonneboiler op ons dak, die elektrische auto, of die vakantie die dit keer dichtbij huis wordt gevierd, zijn voer voor gesprek. De installateurs van onze vloerisolatie reden hun busje net de hoek om, of onze buren stonden al met vragen op de stoep. Het zorgt voor een gesprek met elkaar over de keuzes die we maken, en wat we belangrijk vinden. Zonder elkaar te beoordelen. En dus focus ik op mijn eigen gedrag en het voorbeeld dat daarvanuit gaat.

Zonder dat je vrienden of familie direct de maat neemt, kun je met je eigen gedrag laten zien hoe het stap voor stap duurzamer kan. Door minder vlees te eten, niet te vliegen, je huis te isoleren of tweedehands te kopen. Het zet anderen aan het denken, ook al is de eerste reactie ’dat ga ik echt niet doen hoor!’. De eerste in de wijk die zonnepanelen plaatst is immers een vreemde snuiter, maar als de tweede en derde volgen gaat het in onze Hollandse wijken ineens heel snel.

“De installateurs van onze vloerisolatie reden hun busje net de hoek om, of onze buren stonden al met vragen op de stoep.”

Piet Sprengers

Duurzaamheidsexpert ASN Bank

Dus laten we elkaar vooral niet de maat nemen, maar de maat wel bespreekbaar maken en van elkaar leren. Laten we het gesprek aangaan en elkaar verder helpen in plaats van tegenwerken. Elkaar tips geven en wijsheden delen. Op die manier kunnen politici en bedrijven zich niet meer achter ons individuele gedrag verschuilen. En wellicht doet ons duurzame gedrag dan zelfs hen volgen.