Extreem weer wordt steeds gewoner. Ondanks de tastbare bewijzen van klimaatveranderingen hoort Linda van Dongen, klimaatexpert bij ASN Bank, steeds vaker een positief geluid. Hoe kijkt zij naar de boodschap van deze ‘klimaatoptimisten’?
De afgelopen tijd hoor ik steeds vaker positieve geluiden over klimaatverandering. Hannah Ritchie, onderzoeker aan de Universiteit van Oxford, relativeert het klimaatprobleem in haar recent verschenen boek ‘Niet het einde van de wereld’. Volgens Mike Hulme, hoogleraar aan de Universiteit van Cambridge, hebben we het meest extreme opwarmingsscenario achter ons gelaten. Ook Tim van Hattem, onderzoeker aan de Wageningen Universiteit, vindt de berichtgeving over klimaatverandering te negatief. Je kent hem misschien van zijn boek ‘Only Planet, Klimaatgids voor de 21ste eeuw' (2022).
Weg van doemscenario's
Valt het dan allemaal toch mee? Zijn we een route ingeslagen die ons wegvoert van de doemscenario’s? In NRC en Trouw las ik onlangs positieve berichten over een veilig en leefbaar Nederland ondanks de zeespiegelstijging. ‘We kunnen een stijging van maar liefst 5 meter het hoofd bieden.’ Ook met de duurzame levensstijl van veel Nederlanders gaat het steeds beter. In Nederland hebben 2,9 miljoen woningen zonnepanelen op het dak (Netbeheer Nederland), tellen we ruim 510.000 thuislaadpunten (RVO) en eet 80% van de bevolking niet elke dag vlees (CBS). Reden tot optimisme?
Zelf zie ik het helaas niet zo rooskleurig in. Dat komt door de rapporten van het VN-klimaatpanel IPCC die ik lees. In het laatste rapport uit 2023 staat dat de aanpak van klimaatverandering en het beperken van de gevolgen hiervan urgenter zijn dan ooit. Ook de metingen van Copernicus, het aardobservatieprogramma van de Europese Unie, liegen er niet om.
“Het Europese Milieuagentschap (EEA) concludeert dat Europa twee keer sneller opwarmt dan andere continenten. ”
Klimaatexpert bij ASN Bank
Volgens metingen van Copernicus gaat 2023 de geschiedenisboeken in als het ‘warmste jaar ooit’. Met een temperatuur op aarde van bijna 1,5 graad Celsius warmer dan in het pre-industriële tijdperk. Het Europese Milieuagentschap (EEA) concludeert dat Europa twee keer sneller opwarmt dan andere continenten. Het luidde de noodklok dat het zich onvoldoende voorbereidt op groeiende klimaatrisico’s. En ook ons eigen KNMI waarschuwt dat het Nederlandse klimaat verandert. Hoeveel? Dat is afhankelijk van de mate waarin wij broeikasgassen blijven uitstoten.
Wij? Ja, wij. Het klimaat verandert namelijk door toedoen van de mens. Door verbranding van fossiele brandstoffen warmt de aarde op. En die verandering van het klimaat is meer en meer voelbaar. Een feitje: de warmste tien jaren in de geschiedenis waren de afgelopen tien jaar (2014-2023).
In het warmste jaar ooit (2023) konden dit soort fonteinen in steden nog wel eens koelte brengen. Foto: Canva
Ik maak me zorgen, maar doet de gemiddelde Nederlander dat ook? Uit onderzoek van Motivaction blijkt dat de meeste Nederlanders zich zorgen maken om de verandering van het klimaat. Op de vervolgvraag wie hier iets aan moet doen, antwoorden de meeste Nederlanders (grote) bedrijven en de overheid. Het klimaatprobleem is zo complex dat de meeste Nederlanders niet het gevoel hebben een substantiële bijdrage te kunnen leveren aan de oplossing.
In de gedragspsychologie is aangetoond dat mensen vaak een kloof zien tussen wat ze graag willen en hoe ze handelen. We maken ons zorgen over klimaatverandering, maar we zijn beperkt bereid om dit tegen te gaan. Dit komt doordat we het gedrag dat we kennen, en waar we goed in zijn, graag behouden. Want zeg nou zelf, wanneer dit verandert wordt het toch vast minder leuk?
“Al heb ik geen reden tot optimisme, ik heb wel hoop. En die hoop motiveert mij om dagelijks mijn gedrag aan te passen. ”
Klimaatexpert ASN Bank
Aan de andere kant, een verandering kan ook (onverwacht) snel gaan. Jan Willem Bolderdijk, sociaal psycholoog en professor aan de Universiteit van Amsterdam, laat zien dat het duurzame gedrag van een kleine minderheid kan leiden tot fundamentele verandering op grote schaal. Zo leert de geschiedenis dat revoluties, vaak aangestuurd door een groep gewone mensen, zomaar ineens kunnen opkomen en voor blijvende verandering kunnen zorgen.
Hoop motiveert
Zo’n fundamentele verandering voelt voor mij helaas nog ver weg. Maar kunnen we in de tussentijd dan niks doen? Zeker wel. Reint Jan Renes, lector psychologie voor een duurzame stad aan de Hogeschool van Amsterdam, geeft aan dat we juist zelf aan de slag moeten. Door zelf het goede voorbeeld te geven maak je een probleem minder groot en wordt het daardoor grijpbaar. Dit kan bijvoorbeeld door andere, duurzame keuzes te maken. Of door duurzame keuzes van anderen te steunen. Dit kan net het zetje zijn voor mensen die wel willen, maar het nog spannend vinden. Zo kan je als individu bijdragen aan het collectief maken van een probleem.
Al heb ik geen reden tot optimisme, ik heb wel hoop. En die hoop motiveert mij om dagelijks mijn gedrag aan te passen. Bijvoorbeeld door geen vlees te eten en zoveel mogelijk met de fiets en het openbaar vervoer te reizen. Door mijn huis te verduurzamen, minder spullen te kopen en meer te ruilen of te delen. Overgaan tot actie, al lijken het soms maar kleine stappen, geeft mij hoop. Mijn vraag aan jou: doe je met me mee?