In deze serie delen bewoners van ‘groene huizen’ hun (ver)bouw- en woonervaringen. Zo bouwden Cynthia en Glenn een natuurinclusieve kaswoning en verbouwden Willemijn en Joost een ruïne tot duurzame dijkwoning. In deze aflevering: Laura en Jeroen renoveerden een vervallen jaren ‘30-woning tot duurzame én comfortabele gezinswoning.

Ze hadden een fijne benedenwoning, met tuin. Maar echt duurzaam was het niet. Toen vijf jaar geleden hun tweede zoontje, Luc, werd geboren, vonden Laura (38) en Jeroen (39) Vanson het tijd voor de volgende stap: een duurzaam huis regelen voor hun gezin. ‘We leefden al zo duurzaam mogelijk; we hadden bijvoorbeeld geen auto en gebruikten wasbare luiers,’ vertelt Laura. Ook hun huis wilden ze al langer verduurzamen, maar hun plannen kregen maar niet de goedkeuring van alle 42 leden van hun Vereniging van Eigenaren. 

Dan maar op zoek naar een nieuw huis. Laura: ‘Na vele bezichtigingen liepen we langs een vrijstaand huis met een tekoopbord in de tuin. Híer zagen we onszelf wonen: een jaren ‘30-woning aan het water, temidden van bomen en weilanden. Het was ons droomhuis, alleen… moest er nog heel veel aan gedaan worden.’ 

Acht containers vol puin

Het betrof een oude lerarenwoning, vroeger zat er een school aan het huis vast. Sinds de jaren ‘70 was er niets aan de woning gedaan. Er zaten grote schimmelplekken op de muren, de kozijnen waren rot en een badkamer en keuken ontbraken. Laura en Jeroen zagen hun kans schoon. ‘Ons doel was om een zo duurzaam mogelijk huis te creëren met zoveel mogelijk natuurlijke materialen. Nu konden we alles precies maken zoals we het wilden,’ zegt Laura. ‘Eerst hebben we het hele huis gestript. Acht containers vol schrootjes, rachels en riet kwamen eruit.’  

Bewakers van de duurzaamheid

Laura en Jeroen wilden zoveel mogelijk zelf doen, maar ze hadden nog nooit verbouwd. Daarom schakelden ze experts in voor alles waar ze zelf geen verstand van hadden. Zoals een aannemer en architect. In dit overzicht deelt Laura met wie ze allemaal hebben samengewerkt. Laura: ‘Met elkaar waren we een team, dat werkte superfijn. Zij brachten hun ervaring met renoveren in, onze rol was vooral het bewaken van de duurzaamheid en natuurlijke materialen. Urenlang zocht ik op het internet naar de meest duurzame opties. Jeroen deed veel van het fysieke werk, zoals het slopen.’ 

Origineel glas-in-lood, maar dan duurzaam

Tijdens het slopen kwamen er mooie verrassingen tevoorschijn. Achter de jaren ‘70-schrootjes in de hal en het toilet bleken honderd jaar oude tegels te zitten en onder het oude keukenzeil lag een originele granito-vloer. Precies de vondsten waar Laura en Jeroen op hadden gehoopt. Bij de verbouwing wilden ze zoveel mogelijk authentieke details behouden. Laura: ‘De oude tegels waren van Mosa, een duurzaam Maastrichts merk. Ze maken die tegels nu nog. In de badkamer hebben we met nieuwe Mosa-tegels het oude patroon nagemaakt.’

Het oude tegelpatroon nagemaakt met nieuwe Mosa-tegels in de badkamer. Foto: Liz Groen

‘Dat is ook een vorm van duurzaamheid: een huis inrichten passend bij de tijd waarin het is gebouwd. Zo raakt je interieur nooit uit de mode, dan klopt het gewoon,’ vertelt Laura. Zo lijken de nieuwe deurkrukken van ebbenhout sprekend op de jaren ‘30-exemplaren van bakeliet. Idem voor wat betreft de nieuwe zwarte stopcontacten, die op de ouderwetse hoogte van 1.50 meter zijn aangebracht.  

En dan het pronkstuk van het huis: in de erker zaten nog de originele glas-in-loodramen. Laura: ‘We hebben ze laten verduurzamen. Het glas is eruit gehaald, ruitje voor ruitje, en van nieuw lood voorzien. Daarna is het glas-in-lood ingeklemd tussen twee glasplaten, waardoor het nu een vergelijkbare isolatiewaarde heeft van dubbel glas.’

Het glas-in-lood in de erker is ruitje voor ruitje verduurzaamd | Foto: Dreumel

Isolatie van jute en oude spijkerbroeken 

De rest van de kozijnen is voorzien van triple glas. Laura: ‘In de kozijnenwinkel zeiden ze: ‘We wonen hier toch niet in Scandinavië?’ Maar we stonden erop, we wilden dit huis zo duurzaam mogelijk maken. Stap één daarbij is zorgen dat je zo min mogelijk energie verliest door het huis goed te isoleren.’ 

Zo zijn er achttien pallets aan isolatiemateriaal in het huis verdwenen. Voor het dak en de muren is dat jute. ‘Een natuurlijk materiaal dat ademt. Met een dampopen isolatie kan vocht weg naar buiten, maar er komt geen vocht binnen. Meer gangbare, synthetische isolatiematerialen vergelijk ik met een regenjas: vocht kan niet weg. Zelf draag ik ook liever een katoenen dan een polyester jas. Je leeft wel dag en nacht temidden van al dat materiaal.’

Om in textielsferen te blijven: de vloer van de kruipruimte beneden heeft Jeroen geïsoleerd met Métisse, een isolatiemateriaal gemaakt van gerecyclede spijkerbroeken. 

Isoleren deden Laura en Jeroen met natuurlijke materialen. Foto's: Laura Vanson

Die spikkels in de vloer? Dat zijn cacaoschillen

Bij de afwerking van het huis zijn de meest uiteenlopende natuurlijke materialen gebruikt. Zo zijn de frontjes van de keukenkastjes van bamboe en zijn de muren afgewerkt met leemstuc. Laura: ‘Leem neemt vocht op als de lucht vochtig is en staat het weer af als het droog is. Het klimaat in huis is daardoor heel constant, dat voelt erg fijn.’

Op de vloer beneden ligt linoleum, een mengsel van lijnzaadolie, houtmeel en hars op een rug van jute. Laura: ‘Marmoleum, zo luidt de merknaam, wordt gemaakt in de Zaanstreek. Van oudsher staan daar ook veel chocoladefabrieken. De cacaoschillen werden lang gezien als nutteloos restproduct, totdat Zaanse bedrijven hun krachten bundelden en de schillen in linoleumvloeren gingen gebruiken. Deze cacaolijn hebben wij op de vloer liggen. Je ziet de bruine stippeltjes er nog in. Dat past heel mooi bij de granitovloer in de hal.’ 

Het bruin gespikkelde cacao-linoleum (onderste laag foto) past perfect bij de oude granitovloer (bovenkant foto) | Foto: Liz Groen

Van energielabel G naar A++

‘De linoleumvloer geleidt ook goed warmte, wat goed samenwerkt met de vloerverwarming,’ vertelt Laura. Onder de vloeren op de begane grond en in de badkamer op de eerste verdieping hebben Laura en Jeroen vloerverwarming aangelegd. Laura: ‘De vloerverwarming is aangesloten op een lucht-warmtepomp, het water is altijd tussen de 28 en 35 graden. In de badkamer hangt een infraroodspiegel, om de ruimte bij te kunnen verwarmen. Heel eerlijk: we hebben ‘m nog niet aangehad.' De slaapkamer blijft onverwarmd, daar is het meestal zo’n 17 à 18 graden. 'Een prima temperatuur om bij te slapen.’ Radiatoren? Die zijn ver te zoeken in dit gasloze huis.

Op het platte dak liggen tien zonnepanelen. ‘In de warmere maanden wekken we meer energie op dan we verbruiken. In de wintermaanden nemen we extra groene stroom af van het net. Jaarrond bekeken wekken we nog niet genoeg op voor ons verbruik,’ zegt Laura. Jeroen en Laura kunnen de stroom die ze 's zomers teveel opwekken (en dus aan het net leveren) verrekenen met de kWh’s die ze op andere momenten afnemen. Deze salderingsregeling zou vanaf 2025 langzaam afgebouwd worden, maar blijft toch bestaan. Laura: ‘In de toekomst willen we extra zonnepanelen leggen op ons pannendak. Maar dat moet nog vervangen worden. Eerst even sparen.’ 

‘Ons doel, nul op de meter, halen we nu net niet. Maar we zijn van energielabel G naar maar liefst A++ gegaan,’ zegt Laura. De energie-index (een getal dat aangeeft hoe energiezuinig de woning is) van het huis is 0.48. Om een beeld te geven: bij een index van 1.20 hoort energielabel A.

Blije bijen en vlindervriendelijk 

Ook de grote tuin achter het huis wilden Laura en Jeroen zo natuurlijk mogelijk inrichten. ‘We vinden het belangrijker dat de bijen en vlinders blij worden van onze tuin, dan dat het gras altijd precies gemillimeterd is.’ Bij Sprinklr kochten ze biologische en inheemse planten, struiken en bomen. Zoals ijzerhard, vlinderstruiken en een paar fruitbomen. ‘We hebben nu voor het eerst appels en peren uit eigen tuin,’ zegt Laura. Ook legde het stel een Tuiny Forest aan, een mini-bos met inheemse heesters, bomen en kruiden. Van boswilg tot rode kornoelje. 

Onder de grond zijn twee tweedehands IBC-tanks (grote container met duizend liter inhoud) ingebouwd. Ze zijn gekoppeld aan de regenpijp en kunnen in totaal tweeduizend liter regenwater opvangen. Met behulp van een pomp en een tuinslang kunnen Jeroen en Laura hiermee de hele tuin water geven. Niet één, maar acht keer zelfs met volle tanks!

Inzicht in duurzame keuzes en kosten

Benieuwd waar Laura en Jeroen hun duurzame bouwmaterialen en interieuritems vandaan haalden en wat ze kostten? Laura deelt op haar blog per ruimte welke duurzame keuzes ze hebben gemaakt en wat die hebben gekost. Van de tegels tot wastafelkraan in de badkamer en van het inductiefornuis tot de pannen in de keuken. Veel bouwmaterialen, zoals het isolatiemateriaal van jute en Métisse kochten ze via Eco Bouwmaterialen.

De bamboe-frontjes van de keukenkastjes zijn op maat gemaakt door KOAK | Foto's: Liz Groen

Inzicht geven in wat het huis en de verbouwing totaal hebben gekost, vindt Laura geen meerwaarde hebben voor anderen. ‘Ieder huis is zo anders, de plek waar het staat alleen al. En dan zijn er nog duizenden verschillende mogelijkheden en wensen.’ De financiering hebben ze rond gekregen met de overwaarde van hun vorige huis en een hypotheek. Laura:  ‘Wij hebben geluk gehad dat het huis in zo’n slechte staat verkeerde; bij de hypotheekaanvraag kregen we ruimte om een deel van de nieuwe badkamer en keuken mee te financieren.’ 

‘Duurzaamheid afzien? Het brengt juist comfort’

Uiteindelijk heeft de verbouwing een jaar geduurd. Laura: ‘We waren gesloopt, maar het was het allemaal waard. We worden elke dag beloond. Het is een heel comfortabel huis om in te leven; de temperatuur is constant, we horen nauwelijks geluid van buiten en hebben geen tochtstromen. Het is ook een gezonder huis, doordat we geen last hebben van vocht, schimmels en andere schadelijke stoffen. Veel mensen associëren duurzaamheid met afzien, maar voor ons levert het juist veel comfort op.’

'Het is een comfortabel leefhuis geworden' | Foto: Liz Groen

Tips voor duurzame verbouwers:

  1. ‘Vraag experts voor zaken waar je zelf geen verstand van hebt. Wij hebben een architect, aannemer, energieadviseur en duurzame isolatiespecialist als belangrijkste experts ingeschakeld. Dat kost geld, maar levert uiteindelijk ook geld op, doordat je alles in één keer goed doet.’ 
  2. ‘Stap één is goed isoleren. Mijn belangrijkste inzicht van onze hele verbouwing is dat zo min mogelijk energie verbruiken het allerduurzaamst is.’
  3. ‘Zorg dat de ruimtes waarin je leeft dicht bij elkaar liggen. Dan hoef je niet het hele huis te verwarmen. Mijn kantoor heb ik daarom niet op zolder ingericht, zoals ik eerst wilde, maar aangrenzend aan de keuken, aan de zonkant van het huis.’