Ze zijn niet groter dan een tennisbaan, maar hebben een grote positieve impact: Tiny Forests. Het van oorsprong Indiase concept van een dichtbegroeid mini-bos in de stad schoot in 2015 wortel in Zaandam. Inmiddels telt Nederland 167 Tiny Forests. Vier jaar lang onderzocht Wageningen University & Research samen met vrijwilligers de effecten van deze mini-bossen op steden. Wat blijkt: Tiny Forests boosten de biodiversiteit, verminderen droogte en hitte én slaan CO2 op.

‘Wie is er wel eens in een bos geweest?’ Met verbazing keek Daan Bleichrodt van het Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid (IVN) de klas rond waarin hij zojuist deze vraag stelde. Geen één hand ging omhoog. En dit was niet de eerste keer sinds hij zich vanaf 2011 is gaan inzetten voor het bevorderen van natuurbeleving onder kinderen. Hoe kunnen we óók stadskinderen in aanraking laten komen met natuur in eigen buurt, vroeg hij zich af. Het antwoord vond hij toen hij in 2014 een online filmpje van de Indiase ingenieur Shubhendu Sharma bekeek. Hij bedacht het Tiny Forest: een dichtbegroeid stukje bos met zo’n veertig verschillende inheemse boomsoorten op 250 m2 in de stad. Binnen tien jaar groeit het bosje uit tot een zelfvernieuwend ecosysteem. Een belangrijke voorwaarde is dan ook dat het mini-bos minimaal tien jaar mag blijven staan.

Daan zag in Tiny Forests dé manier om de natuur dichtbij de (stads)mens te brengen én meteen een boost te geven aan de biodiversiteit in steden. Het allereerste Tiny Forest van Europa - Groene Woud - werd in december 2015 geplant in Zaandam. Het concept groeide net zo hard als het minibos zelf: inmiddels staan er 167 Tiny Forests in Nederland. Op schoolpleinen, in buurten, maar ook in tuinen van particulieren en op bedrijventerreinen. Niet alleen kinderen, maar ook andere stedelingen kunnen zo de natuur beleven in de stad en daar de waarde van (blijven) inzien.

Leerlingen hielpen mee met het aanleggen van het allereerste Tiny Forest van Europa: Groene Woud, in Zaandam | Foto: IVN Natuureducatie

Tellen tot de mieren aan toe: burgerwetenschappelijk onderzoek

‘Van begin af aan waren we nieuwsgierig: in hoeverre draagt een Tiny Forest precies bij aan de biodiversiteit? Daarom hebben we in 2018 de universiteit van Wageningen erbij gehaald om dit te monitoren,’ vertelt Daan. Vier jaar lang deden onderzoekers van Wageningen Environmental Research onderzoek in elf Tiny Forests. Zij onderzochten het effect van een Tiny Forest op biodiversiteit, maar ook op hittestress, wateropname en CO2-opslag. Bedenk eens wat een tijd het kost om alle dieren en planten die het bos aantrekt te tellen, tot de mieren aan toe. En dat vier jaar lang! Daarom hebben de onderzoekers hulp gekregen van honderd vrijwilligers en studenten die maandelijks een mini-bos in hun buurt bezochten.

Een van de vrijwilligers die maandelijks twee Tiny Forests in zijn buurt in dook, was Jan van den Bos (70) uit Almere. Als gepensioneerd docent Nederlands en groot natuurliefhebber wil hij graag zoveel mogelijk mensen betrekken bij de natuur. ‘Ik was vanaf het begin betrokken bij het eerste Tiny Forest in Almere. Kinderen van groep vier tot en met acht hielpen bij het aanleggen. Sommigen hielden voor het eerst in hun leven een schop vast. Binnen een paar jaar zag ik de bomen boven de kinderen uitgroeien, dat was mooi om te zien. Deelname aan het onderzoek was voor mij ook een uitdaging om bij te spijkeren wat er allemaal groeit en bloeit.’

Veelgeziene bewoners van Tiny Forests: zwarte wegmieren, hier met eieren | Foto: Fabrice Ottburg

Fabrice Ottburg is een van de onderzoekers. ‘Van vrijwilligers kun je niet verwachten dat zij alle soorten herkennen. Daarom heb ik zoekkaarten geleverd waarmee ze vrij snel de meeste soorten tot op soortgroep konden determineren. Soortgroepen zijn bijvoorbeeld kevers, sprinkhanen, vogels en zoogdieren. Daarnaast gebruikten ze apps als ObsIdentify en PlantNet. Om een volledige database te krijgen, hebben we vanuit Wageningen ook minstens één keer per maand gemeten in de Tiny Forests.’

Tiny Forests zijn een boost voor de biodiversiteit

Wat er allemaal groeit en bloeit in de Tiny Forests, weten we nu precies. In totaal werden in alle onderzochte Tiny Forests samen 1.167 soorten dieren waargenomen, dat zijn gemiddeld 271 diersoorten per mini-bos. Soortgroepen die het meest werden gezien, waren mieren (127.037 waarnemingen) en bladluizen (33.868 stuks). In totaal tellen de mini-bossen 156 soorten planten (de bomen die geplant waren niet meegerekend), gemiddeld 38 per Tiny Forest.

De onderzoekers legden tapijttegels neer, de ideale schuilplek voor kleine dieren zoals de gewone oprolpissebed | Foto: Fabrice Ottburg

‘In de mini-bossen lagen tapijttegels, zodat we die konden optillen en zien welke beestjes daaronder schuilden en hoeveel,’ vertelt Jan. ‘Eén van de Tiny Forests die ik monitorde ligt op een schoolplein, daar bleek al snel dat je ook heerlijk kunt frisbeeën met die tegels. In dat mini-bos tilden we zware boomstammen die daar lagen op. Het was grappig om te zien hoeveel mieren, regenwormen, pissebedden, slakken en andere dieren binnen de kortste keren hun toevlucht zochten in de bosjes. Mieren en bladluizen telden we overigens niet stuk voor stuk; een heel nest telde mee voor honderd. Verrassende vondsten waren watersalamanders, kikkers en padden. Die trekken vanuit de sloot in de buurt naar het mini-bos toe om daar te verblijven.’

Wat betekenen alle aangetroffen soorten en hun aantallen nu eigenlijk? Fabrice: ‘Ze tonen aan dat Tiny Forests bijdragen aan de biodiversiteit. Uit het onderzoek blijkt dat er vooral algemene soorten zijn aangetroffen in grote hoeveelheden. Al deze zogeheten algemene ongewervelden vertegenwoordigen met hun aantallen biomassaliteit: ze zijn het menu voor vogels en zoogdieren. Hoe meer voedsel, hoe meer een bos te bieden heeft aan andere soorten.’

Daan: ‘Deze uitkomsten laten zien hoe snel de natuur zich kan ontwikkelen en dat iedereen daar in zijn eigen buurt of tuin aan kan bijdragen. Iets om blij van te worden in een tijd van mislukte klimaattoppen en andere nare berichten.’

Twintig graden koeler in een Tiny Forest

In alle elf de onderzochte Tiny Forests heeft Fabrice ook de bodemtemperatuur gemeten. Wat bleek: op hete dagen kan het in een Tiny Forest twintig graden koeler zijn dan op straat! Fabrice: ‘Op een hete zomerdag mat ik op straat een temperatuur van boven de veertig graden, slechts een paar tellen later wees de thermometer onder een tapijttegel in het Tiny Forest twintig graden aan. Die verschillen zijn gigantisch. Dit laat zien dat kleine bossen bijdragen aan het verlichten van hittestress in de stad.’

‘Het is bekend dat bomen verkoelen, omdat ze water verdampen, maar ook warmte uit de bodem gebruiken om te koelen. Dat dit twintig graden kon schelen, heeft mij echt verrast,’ vertelt Daan. ‘Nu we steeds meer met droge zomers te maken krijgen, zijn groenplekken met vaste planten als bomen en struiken een fijn toevluchtsoord voor mensen en dieren.’ Vrijwilliger Jan kan dit beamen: ‘In de zomer ging ik op de fiets naar een Tiny Forest toe en kwam bezweet aan. Zelfs op het gras, dat geel zag van droogte, was het flink heet. Zodra ik het mini-bos instapte voelde het lekker koel.’

Fabrice deelt nog meer goed nieuws. ‘Een Tiny Forest, of kleinere variant daarvan, tegen de voor- en achtergevel draagt bij aan het verkoelen van je huis. Nu hebben veel mensen alles betegeld, waardoor het ‘s zomers een bakplaat wordt.’

Acht miljoen liter regenwater opgenomen

Wat ook steeds harder nodig is in een droger wordend Nederland, is regenwateropvang. Hoe scoren Tiny Forests op dit vlak? Tussen februari 2018 en juni 2022 verwerkten de elf onderzochte Tiny Forests gezamenlijk acht miljoen liter regenwater. ‘Dat is best veel,’ concludeert Fabrice. ‘Zeker als je bedenkt dat stedelijk gebied over het algemeen versteend is. Daar valt regenwater op de stoep, wordt via de riolering afgevoerd en vervolgens onnodig gezuiverd. Dat is niet alleen een onnodige kostenpost, maar ook zonde van het steeds schaarser wordende water. Water dat via een Tiny Forest de bodem in gaat, zorgt voor aanvulling van het grondwaterpeil. Met alle mini-bossen samen bereik je dan echt wel wat.’

250 kilogram CO2 per bos per jaar

Naast de effecten op de biodiversiteit, hitte en wateropvang, hebben de onderzoekers ook gemeten hoeveel CO2 een Tiny Forest opslaat. Gemiddeld genomen is dit 127,5 kilo per jaar. Naar verwachting loopt dit in een steeds volwassener wordend bos op naar 250 kilo C02 per jaar. Daan: ‘Als je bedenkt dat een gemiddeld persoon 10.000 kilo CO2 per jaar uitstoot, gaan we het met deze bossen alleen niet redden. Dat was ook niet het uitgangspunt. Het is mooi meegenomen naast de enorme voordelen die Tiny Forests opleveren op het gebied van biodiversiteit en natuurbeleving, waar het ons aanvankelijk om te doen was.’

Vele groene plekken in de stad maken het verschil

‘Wat heb je nou aan een Tiny Forest?’ stelt Fabrice. ‘Aan één mini-bos op zichzelf staand niet zo veel. Maar stel je versteende gebieden voor, in steden als Rotterdam en Utrecht. Als je daar verschillende groenelementen hebt – mini-bossen, stadsparken, heggen in plaats van schuttingen, natuurvriendelijke stadswateren - dan worden het plekken waar mensen en dieren naast elkaar samenleven. Die groenplekken moeten wel zo beheerd worden dat de natuur haar gang kan gaan, bermen moeten bijvoorbeeld niet te vaak gemaaid worden. Ook belangrijk: je moet de natuurelementen met elkaar verbinden, bijvoorbeeld door amfibieën- en dassentunnels aan te leggen. Die zijn ook geschikt voor grondgebonden kleine zoogdiersoorten. Op die manier kunnen soorten onderling uitwisselen.’

Plantdag! Hier wordt op 4 april 2018 het Tiny Forest Muziekplein in Utrecht aangelegd | Foto: Fabrice Ottburg

En zo ziet het Tiny Forest Muziekplein in Utrecht er krap 3,5 jaar later uit | Foto: Fabrice Ottburg

De grote potentie van Tiny Forests

‘Als we willen dat de biodiversiteit stijgt, zullen we ook buiten de grotere toegewezen natuurgebieden aan de slag moeten,’ vertelt Daan. ‘Juist ook in stedelijk gebied. Bij twee bedrijven heb ik een bos op het bedrijventerrein aangelegd, met buitenwerkplekken. We hebben duizenden gigantische troosteloze bedrijventerreinen in Nederland, daar zie ik grote potentie. Tiny Forests mogen klein zijn, ze kunnen een groot verschil maken. Juist door de toegankelijkheid en behapbaarheid. Iedereen kan op deze manier zelf een bos aanleggen.’

Nederland is binnen de EU voorloper op het gebied van Tiny Forests. ‘We krijgen steeds meer verzoeken uit andere landen, van Denemarken tot Spanje. We werken er naartoe dat we in elk EU-land een partner trainen die het Tiny Forest-concept daar kan gaan runnen,’ zegt Daan. 

Ondertussen groeien de bestaande Tiny Forests in eigen land gestaag door. Ieder seizoen dienen zich meer bezoekers aan. Sommige maken zoemend en vliegend hun entree, andere komen op de fiets. Zoals Jan. ‘Af en toe ga ik even kijken in het Tiny Forest vlakbij mijn huis. Even zien hoe het zich ontwikkelt. Ik laat ze ook graag zien aan bezoek. Het zijn leuke plekken in Almere geworden.’

Met een beetje hulp creëer ook jij een groene oase in jouw buurt | Foto: IVN Natuureducatie

Een Tiny Forest in jouw tuin of buurt

Wil jij ook van alles zien rondscharrelen, -vliegen en -kruipen in jouw buurt? Op ieder moment van de dag een (mini)boswandeling kunnen maken? Het IVN heeft het voor iedereen zo makkelijk mogelijk gemaakt om een eigen Tiny Forest te creëren. Je kunt initiatiefnemer worden en een verlaten versteende plek in jouw buurt omtoveren tot weelderig mini-bos. Tuineigenaren met voldoende ruimte (minstens 200 m2) kunnen met behulp van een helder handboek zelf aan de slag. En voor wie een tiny buitenruimte heeft (minstens zes m2) bestaat er Tuiny Forest: een kant-en-klaar pakket met vijf inheemse bomen, vijf inheemse heesters en een zakje inheemse zaden.

Als een groene plek voor jou ver te zoeken is, haal je de natuur toch gewoon dichterbij?