Mosselbanken, zeegrasvelden en mangrovebossen komen weer tot leven dankzij een Nederlandse uitvinding: kunstmatige structuren waartussen schelpen en planten een groeiplek vinden. Niet van plastic, maar van afbreekbare resten uit de patatindustrie. Een uitvinding van het Gelderse BESE. In 2020 haalde het bedrijf dankzij dit unieke product de finale van de ASN Bank Wereldprijs.
Wereldwijd hebben zeegrasvelden, schelpdierbanken en mangrovebossen te lijden onder menselijke activiteiten. Visserij, zandwinning, en bebouwing hebben deze kustnatuur op veel plekken weggevaagd. Dat terwijl ze belangrijk zijn voor de natuur én voor de mens: het zijn kraamkamers voor veel vissoorten en ander zeeleven en ze beschermen kusten tegen hoge golven. Zeker in een land als het onze dat ónder zeeniveau ligt is de kust letterlijk van levensbelang.
Alle reden om deze kustnatuur te herstellen. Maar zo makkelijk gaat dat niet, weet Karin Didderen van het Nederlandse bedrijf BESE. “De eerste mosselen of zeegrassen in een nu kaal kustgebied moeten zich in of op de bodem kunnen vastklampen. Vanwege de sterke stroming en hoge golven is het voor planten en schelpdieren bijna onmogelijk om zich vast te klampen aan de bodem. Zo zullen schelpdierbanken of zeegrasvelden nooit spontaan terugkeren.”
En daarbij komt de uitvinding van BESE om de hoek kijken. Stevige netvormige elementen gemaakt van onder andere resten uit de patatindustrie, die de eerste jaren genoeg houvast geven voor het opbouwen van een natuurlijke bank, rif of bos.
BESE elements, aan elkaar te klikken lagen van afbreekbaar materiaal, dienen als houvast voor schelpen of bescherming voor kiemende planten. Foto: BESE
Materiaal uit de patatindustrie
Het idee ontstond bij herstelprojecten in de Waddenzee waarbij werd geprobeerd mosselbanken terug te krijgen. Die zijn in de jaren ’90 sterk achteruitgegaan, onder andere door mosselvisserij. “Bij die herstelpogingen werden onder andere kokosmatten gebruikt als basis voor een nieuwe mosselbank, maar de jonge mosselen spoelden steeds weg”, vertelt Karin, die destijds nog volledig voor het ecologisch adviesbureau Bureau Waardenburg werkte. “Wij gebruikten in die tijd al kunstmatige structuren voor zoetwatermosselen en gaven aan dat dat misschien ook wel zou werken in de Waddenzee. Een nadeel was alleen dat die structuren van plastic waren, en bij natuurherstel wil je natuurlijk geen plastic in de Waddenzee brengen. Dus toen was de uitdaging: een vergelijkbare structuur ontwikkelen die biologisch afbreekbaar is. Dat is nogal een proces, maar dat is uiteindelijk gelukt.”
De ‘BESE elements’ (Biodegradable EcoSystem Engineering Elements) zoals ze werden gedoopt zijn bijna net zo stevig als plastic, maar gemaakt van afbreekbare natuurlijke materialen, vooral resten uit de patatindustrie. “Als een aardappel door een frietmal gaat om er mooie rechthoekige frietjes van te maken, blijven er veel resten over. Die resten gebruiken wij hiervoor.” Het materiaal heeft een soort netstructuur en kan in elkaar geklikt worden tot een 3d-object.
De Nederlandse uitvinding kreeg al snel internationale aandacht. In Florida herstellen vrijwilligers met deze materialen oesterbanken en mangrovebossen. Foto: BESE
Natuurherstel in Nederland
In Nederland zijn tal van natuurherstelprojecten waarbij producten van BESE worden gebruikt. Bij het terug laten keren van mosselbanken rond het onbewoonde Waddeneiland Griend bijvoorbeeld, of bij kwelderherstel in Zeeland. “Een kwelder groeit steeds iets hoger doordat planten slik en zand vasthouden, maar de eerste plantjes kunnen zich niet goed vestigen in het slik en in de ruige condities. We hebben daarom tegels van een vierkante meter van ons materiaal op enige afstand van elkaar neergelegd. Dankzij deze matten kunnen de plantjes wél wortelen. Je ziet ook dat de planten buiten de structuren groeien, dat betekent dat ons materiaal alleen de basis is, daarna kan de kwelder gewoon aangroeien. Je start het systeem alleen maar.”
Afbreekbare matten geven kwelderplanten tijdelijk genoeg luwte om in het slik te wortelen en een nieuwe kwelder te vormen. Foto: BESE
Niet alleen langs de kust, ook in het binnenland komen de BESE-producten regelmatig van pas. Zo zorgen ze er in het Fochteloërveen voor dat in door de mens afgegraven veenputten weer veenmos kan ontstaan en worden in Amsterdam afbreekbare drijvende natuureilandjes aangelegd.
Geen plastic meer in de grond
Karin ziet komende jaren veel potentie in gebruik voor natuurvriendelijke oevers, zoals ze hebben gedaan in de provincie Zeeland. “In Zeeland wordt enorm veel plastic in taluds gebruikt. Als een sloot of andere watergang gegraven wordt, worden de zijkanten verstevigd met plastic, om te voorkomen dat grond direct wegspoelt. Op één plek hebben we als alternatief BESE-elements gebruikt in plaats van plastic, dat werkt echt super.“
Op veel meer plekken in Nederland gebruiken provincies en waterschappen plastic voor dit doel, maar het besef begint te komen dat dit een onverstandige keuze is. “Het gaat echt om vele kilometers aan plastic. Je stopt gewoon plastic in de grond en als je dat over twintig jaar wilt opgraven en kwijt wilt aan een grondbedrijf, kost het 300 euro per meter om het schoon te maken. Plastic lijkt dus goedkoop, maar je schuift de kosten gewoon door.“
In plaats van plastic kunnen afbreekbare materialen prima nieuwe oevers beschermen. Planten leggen het talud daarna vanzelf vast, waarna een natuurvriendelijke oever ontstaat. (foto BESE)
BESE elements zijn écht afbreekbaar
Maar wat betekent biologisch afbreekbaar eigenlijk? Sommige natuurlijke materialen kunnen toch nog tientallen jaren intact blijven. “We krijgen daar veel vragen over”, zegt Karin. “Door sommige voedselverpakkingen hebben bioplasticseen slecht imago, omdat het vaak toch heel lang duurt voor het echt afgebroken is. We hebben echter al veel projecten waarbij je de afbraak echt ziet. De BESE elements hebben we ontworpen op dat ze 10 tot 20 jaar meegaan. Daar zijn we nog lang niet en toch zijn ze in sommige tropische systemen al geheel afgebroken. Niet altijd handig, maar het geeft in elk geval aan dat het niet net als plastic eeuwig aanwezig blijft.”
In de stad zorgen afbreekbare matten voor drijvende natuureilandjes in de stadsgracht. Foto: BESE
Nieuwe uitvindingen
De mensen van BESE zien steeds weer nieuwe mogelijke toepassingen. “We zijn continu aan het onderzoeken en innoveren. Iets nieuws dat zich nu al wel bewijst is reefpaste, een coating gemaakt van schelpengruis, waardoor schelpdieren zich veel makkelijker vestigen. En we proberen andere materialen, zoals touw en een harde composiet. Maar dat duurt een paar jaar voor je weet of het echt werkt, dus daar werken we stilletjes aan en als het succesvol is, dan komen we ermee naar buiten. Wij hebben natuurherstel als doel en daarvoor moet je steeds weer iets nieuws uitvinden wat echt de natuur op die plek vooruit helpt.”