Droge, hete zomers zullen volgens klimaatexperts steeds vaker gaan voorkomen. Waar jij er fleurig bij zit als het zonnetje schijnt, hangen je tuinplanten er maar wat treurig bij. Maar door je tuin slim in te richten kunnen zowel jij als je planten de zomer zonnig tegemoet zien.

Hoosbuien en tóch extreme droogte

Het is nogal tegenstrijdig: het ene moment kampen we met extreme droogte, het andere valt de regen met bakken uit de hemel. Door de opwarming van de aarde neemt de verdamping van het oppervlaktewater toe, maar ook de neerslag. Het weer wordt extremer: natte zomers worden natter, droge periodes nóg droger. Het voorjaar is dit jaar zo droog van start gegaan, dat het regenwater dat is gevallen niet goed wordt opgenomen door de droge grond. Ook het grondwaterpeil is niet zo snel weer aangevuld. 

In de toekomst zullen we vaker extreem droge periodes meemaken. Droogte-expert Niko Wanders vertelt in Trouw: ‘Onderzoek laat zien dat de zware droogte die normaal maar eens in de veertig jaar voorkomt, straks eens in de vijftien jaar voor zal komen.’  

5 tips voor een droogte-bestendige tuin 

Op grote schaal worden maatregelen genomen tegen de droogte. Zo verhoogde Rijkswaterstaat het peil van het IJsselmeer met vijf centimeter. Maar ook onze achtertuinen kunnen we wapenen tegen aanhoudende droogte. Vijf tips voor hoe je dit aanpakt. 

1. Vang regenwater op

Het goede nieuws is: ‘In Nederland hebben we per jaar nog genoeg neerslag. Als we dat niet afvoeren, maar opslaan is een groot deel van het probleem opgelost.’ Aldus Daniël Coenen, hydroloog bij Staatsbosbeheer.  

Laat regenwater niet direct naar de stoep of buren lopen, maar verspreid het gelijkmatiger door je tuin. Dit doe je door kleine gootjes te creëren, ook rondom je bomen en struiken, zodat het water daar rustig weg kan zakken. Of plaats infiltratiekratten onder de grond; die vangen regenwater op en geven het geleidelijk af aan de omliggende grond. 

Als je de ruimte hebt, kun je een wadi graven; een lager gelegen stukje tuin waar regenwater naartoe kan lopen. Of vang water op in een vijver. Tip: met een pakket van IVN Natuureducatie leg je een Tuiny Poel aan. Een tuinpoel van twee m2 vol inheemse waterplanten. Hiermee creëer je meteen een drinkplek voor dorstige vogels en insecten. 

Een oase voor mens, plant en dier: de Tuiny Poel | Foto: IVN Natuureducatie

Daarnaast kun je de regenpijp afkoppelen, zodat het regenwater niet het riool, maar je tuin in stroomt. Of wordt opgevangen in een regenton of regenschutting. Wist je dat je voor het afkoppelen van je regenpijp en het plaatsen van een regenton in sommige gemeentes subsidie kunt krijgen? Daarover schreven we dit artikel

2. Wip die tegels eruit

Steen houdt hitte vast. Daarom kampen steden ‘s zomers met een zogeheten hitte-eiland effect. Een belangrijke maatregel om die hittestress tegen te gaan is het verwijderen van zoveel mogelijk tegels uit je tuin. Wil je toch een (half)verhard plaatsje of paadje? Dan kun je kiezen voor kiezels, schelpen of houtsnippers. Bijkomend voordeel van een tegelloze tuin: het regenwater kan een stuk makkelijker in de grond wegzakken. 

Heb je tegels gewipt en vervangen door groen? Dan kun je ze opgeven bij het NK Tegelwippen, dan worden ze bij de score van je gemeente opgeteld. Ook kun je op deze website terecht voor tips; wat bijvoorbeeld te doen met al die tegels die uit je tuin komen?

Twee tegelwippers in actie | Foto: Tineke Dijkstra, NK Tegelwippen

3. Investeer in de bodem 

De bodem vormt de basis van je tuin. Gezonde grond fungeert als een spons en kan veel meer klappen (lees: overtollig regenwater én extreme droogte) opvangen dan een uitgeputte bodem. Voeg voldoende voedingsstoffen toe aan de aarde, met zelfgemaakte compost bijvoorbeeld. 

Woel de grond niet te veel om. Hanteer bijvoorbeeld de no-dig methode. Door niet te spitten, stapelen voedingsstoffen zich op. Wie bovendien de grond met rust laat, kan op hulptroepen rekenen: regenwormen. Zij zorgen niet alleen voor extra voedingsstoffen (met hun uitwerpselen), maar houden de grond ook luchtig (dus water absorberend) met alle tunneltjes die ze graven. 

Wist je dat op het Museumplein in Amsterdam 500.000 regenwormen zijn uitgezet om de grasmat te onderhouden? | Foto: Sippakorn Yamkasikorn via Pexels 

4. Start met mulchen 

Zorg dat de bodem nooit kaal is; door zon en wind verdampt water sneller en droogt de grond uit. Dat voorkom je door te mulchen; het bedekken van de bodem met organisch materiaal. Hiervoor kun je stro, houtsnippers, compost of plantenresten gebruiken. Eigenlijk mulcht de natuur van nature al; al die gevallen bladeren en takjes hebben een functie. Lekker laten liggen dus. Vinden de bodembeestjes als pissebedden en regenwormen ook fijn.

Deze kolen liggen in een comfortabel bedje van stro en plantenresten | Foto: Arnaldo Aldana via Unsplash

5. Kies de juiste planten (en plant een boom)

Mocht je je tuin aan het (her)inrichten zijn, kies dan voor planten die weinig water nodig hebben en goed tegen hitte kunnen. Als het aan boswachter Mathiska ligt, plant je minstens één boom: ‘Een boom geeft schaduw en de grond eronder zal veel minder snel uitdrogen. Dat kan wel tien graden schelen. Plant het liefst een boom van hier met een goede diepe penwortel. Denk aan een eik of esdoorn. Die halen vocht uit het diepere grondwater,’ tipt ze

Andere planten die goed tegen droogte kunnen zijn: mediterrane tuinkruiden, klimop, duifkruid, klaver, tijm, lavendel, vlinderstruik en wolfsmelk. Inheemse planten - planten van hier - zijn altijd een goede keuze; ze zijn sterker en beter aangepast aan de Nederlandse weersomstandigheden. 

En bedenk: grote bladeren vormen natuurlijke zonneluifels. Die houden de grond eronder vochtig. Zoals de bladeren van rabarber. Van de stengels kun je nog lekkere limonade maken ook. Heerlijk dorstlessend op droge, hete dagen.

Rabarber: natuurlijke zonneluifel voor de tuin, dorstlesser voor de tuinder | Foto: Svitlana via Unsplash

Toch sproeien? Enkele tips

Wacht na het lezen (en vooral toepassen) van deze tips nog even met het opbergen van je tuinslang. Want ook al hoef je een stuk minder water te geven, je zult toch af en toe moeten sproeien. Regel één volgens hoveniersbedrijf Jansen: 'Besproei liever één à twee keer met meer water dan vaker met weinig water'. Daarnaast hebben planten de tijd nodig om water op te nemen voordat het warm wordt. Sproei daarom 's ochtends vroeg of 's avonds. En houd de bladeren droog; natte bladeren kunnen zieke bladeren worden. Plus: ze kunnen door het water verbranden in de zon. 

Wat de weergoden ook van plan zijn; we wensen jou en je tuin een gehydrateerde zomer!