Kun je een huis dat al zonnepanelen, radiatorfolie en tochtstrips heeft nog verder verduurzamen? Onze redacteur Malini liet een energiebespaarcoach van de gemeente Breda bij haar thuis langskomen voor advies.
Op het dak van mijn hoekhuis uit 1982 liggen 14 zonnepanelen, voor de brievenbus zit een brievenbusborstel die de kou tegenhoudt en onder de voordeur hangt een tochtstrip. Het dak is geïsoleerd, al mijn kozijnen bevatten HR ++ glas en de verwarming staat vaak uit. Kan ik mijn huis nog verder vergroenen, zonder grote bouwkundige ingrepen?
Gratis bezoek van een energiebespaarcoach
Ik vroeg het energiebespaarcoach (of: energieprestatieadviseur) Rolène Krijnen. Inwoners van Breda (en sommige andere gemeentes) kunnen gratis een beroep doen op zo’n coach. In Breda komt die 3 keer langs. Een keer voor een inventarisatie, een keer om kleine problemen te verhelpen en een jaar later nog eens om te kijken hoe het gaat en of de energierekening is gedaald.
Rolène vraagt me bij binnenkomst eerst om de jaarrekeningen van de stadsverwarming en elektriciteit. Door alle cijfers en tabelletjes zijn die rekeningen voor veel mensen onduidelijk, maar geduldig legt ze het uit. ‘Sommige kostenposten staan meerdere keren genoemd, maar dat komt omdat er dan een tariefsverhoging of -verlaging is geweest en dus een nieuwe periode begint.’
Mijn energierekening onder de loep
Met een rekenmachine rekent ze uit hoeveel ik nu precies aan stroom teruglever en hoeveel ik verbruik. Ik heb de verwarming zo weinig mogelijk aan. Een warme trui of fleecedeken is immers beter voor het milieu én voor de portemonnee. En dat effect ziet ze op de jaarfactuur van de stadsverwarming. ‘Je hebt in 13 maanden tijd 20,93 gigajoule gebruikt. Een vergelijkbaar huishouden zit dan op 39 tot 52 gigajoule in de maand.’
De elektriciteitsrekening is wel hoger dan normaal, maar dat komt door de tweedehandse elektrische auto die ik vorig jaar kocht en soms thuis oplaad. Meer dan de helft van de kosten op mijn energierekening komen door mijn verbruik, maar een groot deel (ruim € 500) betreft vaste kosten. ‘Zelfs als de verwarming nooit aanhebt, moet je die vaste kosten betalen,’ legt Rolène uit.
Daar is dus niets aan te doen, maar kan ik op een andere manier nog wel op energie bezuinigen? Of is er niets te verbeteren omdat ik al veel doe?
Zet de thermostaat hoger bij stadsverwarming
Ze loopt een rondje door het huis. Het najaarszonnetje schijnt buiten hard. Het is, zonder te stoken, 18 graden in de woonkamer. ‘Op hoeveel staat je thermostaat nu ingesteld?’, vraagt ze. ‘14 graden’, antwoord ik. Rolène adviseert de thermostaat standaard hoger te zetten. ’Stadsverwarming werkt anders dan centrale verwarming met een ketel. Het water komt bij jou op een lage temperatuur je huis binnen. Het systeem kan een temperatuurverschil van maximaal twee graden verschil per dag aan. Als je de thermostaat op 14 graden zet, wordt het nooit 18 graden, ook al stook je de hele dag.’
De thermostaat op 16 graden zetten is dus beter. ’Dan zal het systeem vaker aanslaan, maar het hoeft minder hard te werken en is dus goedkoper en beter voor het milieu.’ Wie centrale verwarming heeft, kan de thermostaat volgens Rolène wel lager zetten, maar niet lager dan 15 graden. ‘Bij een cv is het water dat door de verwarmingen gestuurd wordt 60 tot 65 graden. Dan voel je het binnen een kwartier warm worden.’
Bij één verwarming in de woonkamer ontbreekt radiatorfolie, die voorkomt dat de warmte snel naar buiten gaat. Die had ik met dubbelzijdige tape op de muur geplakt maar is er verschillende keren afgevallen. ’Je kunt het ook met magneetjes vastmaken’, geeft Rolène weer een goede tip.
Met magneetjes zorgt Rolène ervoor dat de radiatorfolie voortaan blijft zitten. Foto: Malini Witlox
Plaats borstels en tochtstrips
Ze loopt naar de houten tuindeuren en wijst naar de tochtstrip. In een ver verleden hebben andere bewoners hier deels overheen geverfd. ’Dat moet je nooit doen, want dat verliest zo’n strip zijn elasticiteit en dan dicht die de deur niet meer goed af', vertelt Rolène. Bovenaan de deur zit een kiertje van een halve centimeter. ’Daar kan ik volgende keer wel een tochtstripje voor meenemen.’
Bij de voordeur kijkt ze goedkeurend naar de borstel die zorgt dat er geen kou door de brievenbus komt. Ook onderaan de deur zit een borstel. ’Je zou nog een gordijn kunnen hangen voor de trap naar boven, om te zorgen dat kou niet naar boven trekt als je de voordeur open doet’, adviseert ze.
Zowel beneden als boven heb ik ventilatieroosters in de kozijnen. ‘Heel goed’, vindt Rolène. ‘Die ventilatie heb je nodig, anders wordt de lucht in huis door in-en uitademen en koken te vochtig. En vochtige lucht verwarmt minder snel.’ Bij te droge lucht krijg je daarentegen last van je ogen en luchtwegen. ’Een vochtpercentage van 40 tot 60 % is het beste.’
Zet de badkamerdeur op een kier
Boven heb ik overal kunststof kozijnen. Een groot voordeel hiervan: het is onderhoudsvrij en de tochtstrips sluiten hier perfect aan (hout trekt soms krom). Hier hoeft ze dus niets aan te doen. De gordijnen in de slaapkamer komen tot aan de bovenkant van de verwarming. ’Netjes’, zegt ze. Toch is ook boven nog wat te doen. Ze adviseert de badkamerdeur standaard op een kier te zetten, zodat het vocht makkelijk weg kan.
Vervang gloeilampen door ledlampen
En enkele oude gloeilamp op zolder en in de badkamer heb ik nog niet vervangen. Iets weggooien wat niet kapot is, is immers ook niet duurzaam toch? Rolène ziet dat anders. ’Deze gloeilamp verbruikt 25 watt per uur. Een ledlamp van 200 tot 300 lumen verbruikt 2 tot 4 watt. Vervangen is dus altijd beter voor het milieu.’
Helaas kunnen niet alle lampen in huis door een duurzame variant vervangen worden. Onder de keukenkastjes hangen hallogeen spotjes, die nog geen centimeter dik zijn. ’Die armatuur is te klein voor een ledlamp,’ wijst ze. ‘Maar mogelijk komt dat in de toekomst nog wel in jouw maat op de markt.’
Rolène installeert de P1-meter in de elektriciteitskast. Foto: Malini Witlox
Installeer een hydrometer en P1-meter
Het rondje door mijn huis is klaar. Een week later komt Rolène weer op bezoek, gewapend met ledlampen, radiatorfolie, een hydrometer en een P1-meter. Gratis. Met de hydrometer kun je het vochtpercentage in je huis meten. Een P1-meter klik je in de poort van je slimme meter in de meterkast. Deze meet live je stroomverbruik en de teruglevering. Op een app zie je dan precies wanneer er een piek in je stroomverbruik is, bijvoorbeeld omdat ik de auto oplaad. Je ziet het dan ook als ergens stroom weglekt.
Soms deelt ze ook gewone thermometers uit. ‘Ik kom soms bij mensen met blokverwarming. Die hebben dan geen idee hoe warm ze het stoken’, legt ze uit terwijl ze de hydrometer uit de verpakking haalt. 68% vocht, geeft die aan. ’Dat is net iets te veel. Dat zou ik in de gaten houden.’
Samen brengen we achter de verwarming in de woonkamer met magneetjes dunne folie aan. Boven de tuindeuren knipt ze een kunststof tochtstrip van nog geen 2 millimeter dik op maat en plakt het vast. Het aanbrengen van ledlampen in de armatuur boven de eettafel gaat iets moeilijker. Die bestaat uit drie lampen met dimlicht en hoewel de ledlampen daar geschikt voor zijn, beginnen ze toch te flikkeren.
‘Dat komt wel vaker voor. Het is iets met de stroom, de transformator en meedere ledlampen’, weet Rolène. De oplossing: er 2 ledlampen en 1 gewone lamp indoen. ’Dan bespaar je in ieder geval iets.’ Dat de oude lampen veel energie gebruiken is duidelijk als ik er een, die net daarvoor aan was, uit de fitting probeer te trekken. Meteen verbrand ik mijn duim. ‘Kun je nagaan hoeveel onnodige warmte er vanaf komt’, zegt Rolène.
Energiebespaarcoach Rolène Krijnen plaatst een filter in de doucheslang, zodat ik minder water gebruik. Foto: Malini Witlox
Zo maak je zelf een bespaardouche
Ze gaat naar de badkamer, waar ze de douchekop losdraait en een klein filtertje bovenin de slang schuift. Met wat moeite gaat de douchekop weer vast. Bij het douchen, de volgende dagen, merk ik qua comfort geen verschil maar nu wordt er extra lucht aan het water toegevoegd waardoor ik minder water gebruik.
Ik ben benieuwd hoe het er over een jaar voor staat met mijn energierekening. Maar één ding is duidelijk. Ook als je zelf al veel aan je huis hebt verduurzaamd, zijn er altijd nog kleine dingen die je kunt verbeteren.
Simpel besparen op je energiekosten?
Rolène geeft me nog een brochure. ’24 tips voor een lagere energierekening, meer comfort en een beter milieu’, staat erop. Deze vond ik zelf erg nuttig:
- Zet de thermostaat 1 graad lager. 19 graden is vaak warm genoeg als je een warme trui aandoet.
- Hang je was aan de lijn, gebruik geen droger. Je kunt tot € 150 per jaar besparen.
- Zet je vriezer niet kouder dan -18 graden. En bedenk sowieso of je wel een aparte vriezer nodig hebt. Wegdoen bespaart al snel € 40 per jaar. Ontdooi de vriezer ook regelmatig.
- Gebruik een radiatorventilator. Die plak of klem je onder je verwarming. De warme lucht wordt zo sneller door je kamer verspreid.
- Zet apparaten uit en niet op standby. Sommige moderne apparaten hebben geen uitknop, maar dan kun je een stekkerblok met aan-uitschakelaar gebruiken.