Alle natuur op aarde is waardevol, maar door hun unieke eigenschappen verdienen sommige gebieden toch nog net wat meer aandacht dan andere, blijkt uit onderzoek van Conservation International. Deze gebieden bevatten namelijk ‘onherstelbare koolstof’ en zijn ware biodiversiteitshotspots. Daardoor spelen ze een sleutelrol bij het leefbaar houden van onze aarde. Omdat we onze natuur steeds sneller om zeep helpen, is het dus extra belangrijk dat we deze gebieden zo snel mogelijk veiligstellen. Om welke gebieden gaat het, en wat houden die unieke eigenschappen precies in?

Eigenschap 1: een onherstelbare koolstofvoorraad

Alle planten en bodems op aarde houden koolstof vast, maar per plek verschilt het in welke mate dit gebeurt. In regenwouden, oude bossen en veengebieden bijvoorbeeld zit zó veel koolstof opgeslagen, dat als deze gebieden verloren gaan, bijvoorbeeld wanneer we platbranden voor landbouwgrond, dit voor grote problemen zorgt. Er komt dan in één klap een gigantische hoeveelheid CO₂ vrij, die niet snel opnieuw opgenomen kan worden door de natuur door de vervangende natuur. Deze koolstofvoorraad is dus onherstelbaar.

Hoe erg is het nu als er onherstelbare koolstof vrijkomt? Laten we er niet omheen draaien: een verlies van een derde van die onherstelbare koolstofvoorraad tilt ons in één klap over de veilige grens van 1.5 graden opwarming heen. De desastreuze effecten van klimaatverandering zijn dan niet meer af te wenden. 

Veenlandschappen en moeraslandschappen leggen CO₂ vast. Ook in de Engelse 'marshes'. Foto door Jonny Gios via Unsplash.

We moeten dus alles op alles zetten om die onherstelbare koolstof op zijn plaats te houden. Gelukkig heeft die onherstelbare koolstof een eigenschap die dat mogelijk maakt; het is erg geconcentreerd. De helft ervan kan gevonden worden op slechts 3,3% van het aardoppervlak, bracht Conservation International in kaart. Dat biedt kansen voor goede, gerichte bescherming.

Kaart van waar de onherstelbare koolstof op aarde gevonden kan worden. Via Conservation International.

Het grootste aandeel onherstelbare koolstof is te vinden in Rusland. Hier ligt het opgeslagen in veenlandschappen en naaldbossen. Het is daarbij een van de landen waar natuur het snelst verloren gaat, omdat er weinig aan natuurbescherming wordt gedaan. Er wordt hier maar 2,4% beschermd, tegenover bijvoorbeeld 31,8% aan beschermd gebied in Japan.

Ook Zuid-Amerika kent een grote onherstelbare koolstofvoorraad. Zo bestaat Suriname vrijwel helemaal uit deze essentiële gebieden, terwijl er in Peru een grote voorraad in de ‘aguajales’ ligt, een moeraslandschap dat bedreigd wordt door intensieve landbouw. En zelfs in gebieden waar houtkap historisch geen bedreiging vormde, zoals in Guyana, moeten we opletten. De mangroves lopen hier gevaar, omdat er onlangs olie is ontdekt aan de kust. 

De bossen van Sapporo, in Japan worden diep gewaardeerd door toeristen en de lokale bevolking. Foto door Joshua Moussa via Unsplash.

Eigenschap 2: ontelbare planten en dieren

Op aarde hebben we ook nog eens 36 biodiversiteitshotspots: bedreigde plekken waar een hele hoop, vaak bijzondere, dieren en planten samenleven. Het Amazonegebied is een klassiek voorbeeld van een biodiversiteitshotspot, maar de Pantanal is stiekem de echte ster van de biodiversiteit. In dit draslandschap in Zuid-Amerika leven wel 4.700 verschillende soorten planten en dieren heel dicht op elkaar. Maar bijvoorbeeld ook op Madagaskar, de Indonesische eilanden en in de hooglanden van Centraal Azië wemelt het van het leven.

Het moeraslandschap van de Pantanal doet een beetje denken aan een maanlandschap.

In elke hotspot leven tenminste 1.500 soorten die vrijwel nergens anders op de planeet gevonden kunnen worden. Als die hotspot dus verdwijnt, door bijvoorbeeld houtkap, bosbranden of, onder water, verzuring van de oceaan, sterven soorten uit. We raken dan rijkdom van de natuur kwijt, maar brengen ook ons eigen voortbestaan in gevaar. Door dit soort biodiversiteitsverlies komt namelijk de hele voedselketen op losse schroeven te staan. Ook heeft het een directe invloed op mensen die afhankelijk zijn van ecosysteemdiensten van dit gebied. Dit zijn diensten die de natuur levert, zoals schone lucht en voedsel. Daarnaast beschermt een grote biodiversiteit op aarde ons bijvoorbeeld van ziektes. 

Oeroud, uniek en biodivers, de waarde van het regenwoud. Foto van Claudio Schwarz via Unsplash.

Gelukkig is er ook hier een lichtpuntje te vinden: de biodiversiteitshotspots overlappen voor een groot deel met de plekken waar onherstelbare koolstof te vinden is. Dit geeft ons nog meer reden om alles op alles te zetten om deze gebieden te beschermen.

Gevaar bevroren in het ijs

Ook de koudere gebieden op aarde zijn cruciaal voor ons voortbestaan. We zijn allemaal wel bekend met de dreigende zeespiegelstijging door het smelten van de Noord- en Zuidpool. Al helemaal met de recente hitterecords, die zelfs wetenschappers verrasten. Maar we moeten ons ook bekommeren over de toendra’s in het verre noorden. Hier ligt namelijk nog eens een grote hoeveelheid broeikasgas opgeslagen. In de koude grond zit veel dood plantenmateriaal dat zich hier over de eeuwen heen verzameld heeft. Normaal worden deze organische resten meteen verteerd, waarbij CO₂ vrijkomt, maar dit proces is in deze bodem nooit op gang gekomen omdat het bevroren is. 

Door de rijzende temperatuur op aarde ontdooit de bodem steeds een beetje meer waardoor de vertering van de plantenresten alsnog plaats kan vinden. En dat is een probleem. Als alle toendra ontdooit komt er plotseling een enorme hoeveelheid CO₂ én CH4 (methaan) vrij. Dat is een broeikasgas dat nog vier keer schadelijker is dan CO₂. Het ontdooien van de permafrost is dus een proces wat klimaatverandering nog meer kan versterken.

Hier is de bodem altijd bevroren, en dat willen we graag zo houden.

In tegenstelling tot de gebieden met onherstelbare koolstof en grote biodiversiteit vallen de permafrost en de polen wat moeilijker gericht te beschermen. Als het op de hele planeet warmer wordt, is er geen manier deze gebieden te ontzien. De enige manier om het ontdooien tegen te gaan is door verdere klimaatverandering tegen te gaan.

Geef de natuur terug aan de mens

Maar hoe bescherm je die andere gebieden nou het meest effectief? Steeds meer experts refereren naar de kennis en kunde van inheemse volken. Ook Conservation International raadt deze manier van bescherming aan.

In Ecuador beschermen inheemse volken het landschap van de Andes. Foto van Azzedine Rouichi via Pexels.

Inheemse volken gebruiken de natuur om zich heen voor vrijwel hun gehele levensonderhoud: eten, gezondheid, huisvesting en cultuur. Ze hebben er dus groot belang bij dat het gebied niet achteruit gaat door uitbuiting of vervuiling. Wanneer het recht van een gebied dus in handen is van een inheems volk wordt de natuur vaak automatisch verdedigd. En deze bescherming werkt even goed als - of zelfs beter -dan traditionele conservatie waarbij natuur volledig wordt afgeschermd van mensen, blijkt uit dit onderzoek. Het inheems zeggenschap over bepaalde gebieden waarborgt op dit moment 80% van de totale biodiversiteit op aarde. Verder valt één derde van de gebieden met onherstelbare koolstof ook binnen de bescherming van inheemse volken. Conservation International en het WWF vertellen dat er hier veel minder natuur verloren gaat dan in de overige gebieden.

Deze successen zijn de reden dat experts willen dat er meer oog is voor de inheemse bescherming. Het advies is om de rechten van inheemse volken uit te breiden waarbij er meer middelen beschikbaar zijn om de natuur goed te kunnen beschermen. Bovendien wordt er aangeraden om gebied terug te geven aan volken die er van oudsher woonden. Dit betekent overigens niet dat alle verantwoordelijkheid voor natuurbescherming bij deze volken ligt. Het is aan ons allen om de opwarming van de aarde en de uitputting van de natuur tegen te gaan. Daarbij kunnen veel leren van de relatie die inheemse volken hebben met de natuur, om zo ook op andere plekken in balans met de natuur samen te leven.