De donkere ooievaarsbek, wollige sneeuwbal, het prachtklokje… klinken deze namen je nogal vreemd in de oren? Niet zo gek; het zijn alle drie zeldzame planten. Wél gek als je bedenkt dat ze van oudsher typisch Nederlands zijn. Ze worden ook wel inheemse planten genoemd. Een term die je vast vaker gaat horen, aangezien het hier om geweldige boosters van onze biodiversiteit gaat. Wat, waarom, hoe? Dat leggen we je uit.

Wat zijn inheemse planten? 

‘Inheems’ klinkt als een woord uit grootmoeders tijd. En daarmee drukken we het nog modern uit. Om uit te leggen wat inheemse planten zijn, nemen we je maar liefst 12.000 jaar mee terug in de tijd. Na de laatste ijstijd migreerden er vanuit het zuiden (Spanje, Italië en de Balkan) spontaan wilde bomen hiernaartoe. Over duizenden jaren pasten ze zich aan de Nederlandse omstandigheden aan. 

Deze boomsoorten noemen we inheems: ze hebben zich op eigen kracht in Nederland gevestigd, zonder invloed van de mens. Van oudsher komen ze hier in het wild voor. Momenteel telt ons land ongeveer honderd soorten inheemse bomen en struiken. Om er alvast één te noemen: de veldesdoorn (met die helicopterzaden). 

Ons groen erfgoed wordt bedreigd 

Bomenonderzoeker Bert Maes bracht samen met andere onderzoekers alle oude boskernen van Nederland in kaart. Zijn ontdekking: van alle bomen in Nederland is nog maar drie procent autochtoon inheems. Autochtoon betekent genetisch uit Nederland afkomstig. Meer dan de helft van de honderd inheemse soorten is (zeer) zeldzaam. 

Veel wilde planten en bomen hebben moeten wijken voor wegen of grootschalige landbouwgebieden. Een andere reden dat inheemse planten met uitsterven worden bedreigd, is dat mensen exotische soorten uit andere werelddelen hebben gehaald. Onder deze soorten zitten echte woekeraars, die zo explosief groeien dat ze de lokale flora verdrukken. Een bekend voorbeeld is de Japanse duizendknoop.

De Japanse duizendknoop is een zogeheten invasieve exoot: een hardnekkige woekeraar die geen ruimte laat voor onze inheemse soorten | Foto: Pixabay

Waarom inheemse planten superbelangrijk zijn 

Dat ons inheems groen met uitsterven wordt bedreigd heeft grote negatieve gevolgen voor de natuur, maar uiteindelijk ook voor jou. Onze wilde planten vormen een onmisbare schakel voor onze biodiversiteit. Enkele redenen waarom inheemse planten zo belangrijk zijn:

  • Veel Nederlandse insecten, vogels en vlinders lusten geen exotische planten. Ze zijn eeuwenlang samen geëvolueerd met de planten die van oudsher in Nederland voorkomen. De kattenstaartdikpootbij haalt zijn nectar en stuifmeel bijvoorbeeld grotendeels van de inheemse plant kattenstaart. Het verdwijnen van een plantensoort kan het einde betekenen voor een insectensoort. En dat betekent weer honger lijden voor de vogels, vissen en amfibieën die van die insecten snoepen. Met alle gevolgen van dien. 
  • Inheemse planten kunnen beter tegen (klimaat)verandering. Dit komt doordat ze meer diversiteit in hun genen hebben. Dat zorgt voor een beter aanpassingsvermogen aan veranderende omstandigheden. Bovendien zit omgaan met hitte en droogte al in de genen van onze bomen. Ze komen immers (12.000 jaar geleden) uit het warmere zuiden.
  • Onze wilde planten en bomen hebben zich in duizenden jaren aangepast aan onze bodem en weersomstandigheden. Daardoor zijn ze sterk en kunnen wel tegen een (wind)stootje.

Zo help je mee onze wilde planten te behouden

Goed nieuws: de wilde planten die er nog wél zijn kunnen we behouden en vermeerderen. Zo bestaat sinds enkele jaren Het Levend Archief: een zadenbank waarin wetenschappers zaden opslaan van inheemse plantensoorten. Je kunt het zien als een back-up van onze inheemse flora.

Daarnaast worden er in Nederland steeds meer inheemse planten gezaaid en geplant. Eerder schreven we al over Tiny Forestst: kleine, dichtbegroeide bossen in de stad, ter grootte van een tennisbaan. Initiatiefnemer IVN Natuureducatie ontwikkelde samen met duurzame plantenverkoper Sprinklr ook de Tuiny Forest: een duurzaam en gifvrij gekweekt plantenpakket waarmee je zes vierkante meter tuin omtovert tot inheems mini-bos. De pakketten komen binnenkort (opnieuw) in de verkoop

Intussen kun je prima zelf op de inheemse toer gaan. Zo kun je bij Sprinklr terecht voor inheemse tuinplanten en ook bij de 'Samenwerkende kwekers van Het Levend Archief' zijn goede inheemse zaden verkrijgbaar: De Cruydt-HoeckBiodivers en De Bolderik. Stichting NL Bloeit! heeft een eigen kwekerij met uitsluitend inheemse soorten flora: Planten van hier.

Even voorstellen: enkele inheemse toppers

En dan nu, le moment suprême: de hoofdrolspelers van het Nederlandse landschap. Sommige inheemse planten zul je wellicht al kennen: de gewone margriet, grote klaproos, dille, bieslook en paardenbloem. IVN Natuureducatie maakte deze handige plantenlijst met inheemse bomen en struiken. En ken jij deze vijf inheemse plantensoorten al?

Wilde lijsterbes

Plant je deze boom in je tuin, dan verklaar je de plaatselijke snackbar voor vinken en lijsters voor geopend. Niet alleen vogels smullen in de herfst van de bessen, ook jij kunt een besje mee snoepen. De smaak is wel wat bitter (tip: maak er jam van). In de lente zitten er witte geurende bloemen in de boom, waar insecten op af komen. En vinken likken hun veren dan weer af bij al dat rond zoemend lekkers. Door de dichte boomstructuur gebruiken vogels de wilde lijsterbes ook graag als broedplek.

De besjes van de wilde lijsterbes kun je eten | Foto: Pixabay

Rode kornoelje

Met deze struik is het altijd feest in je tuin. In de winter brengen de bloedrode takken van deze 'winter beauty' kleur op de meest grauwe plekken. In de lente verschijnen er kleine witte bloemen aan de struik, gevolgd door de eerste feestgangers: zweefvliegen, wilde bijen, vlinders en hommels. Ze hebben hun maaltje nog niet achter de voelsprieten of ze staan zelf op het menu: tuinvogels smullen van deze insecten. De vogels blijven meteen hangen voor het toetje: de blauwzwarte bessen die in de herfst aan de takken worden geserveerd. Ook niet onbelangrijk: voor verlegen gasten - merels, winterkoninkjes en roodborstjes - vormt het dichte takkengestel een ideale schuilplaats.

De rode kornoelje dankt zijn naam aan zijn dieprode takken | Foto: Wikimedia Commons

Egelantier roos

Als je de blaadjes van deze wilde roos tussen je vingers wrijft, ruik je... frisse appels. En dat is niet de enige verrassing die deze struik in petto heeft. Ook de (diep)roze bloemen die van juni tot augustus uitbundig bloeien geven een friszoete geur af. Insecten zijn dol op de egelantier roos; vooral kevers, wilde bijen en zweefvliegen sluiten graag aan bij dit all-you-can-eat-buffet. Na de bloei verschijnen er rozenbottels aan de struik. Daar zijn vogels dan weer dol op. En jij misschien ook. Je kunt er heerlijke jam of siroop van maken, boordevol vitamine C. 

Deze wilde roos is een lekkernij voor insecten, vogels én mensen | Foto: Wikimedia Commons

Duifkruid

Zo sierlijk als deze plant eruit ziet, zo onvoordelig klinkt zijn andere Nederlandse naam: Schurftkruid. Met de huidaandoening heeft deze kruidenplant niets te maken, maar de bloemblaadjes zien er wel wat schilferachtig uit. In de zomer is duifkruid een echte vlinderlokker met zijn paarse en blauwe bloemen vol nectar. Dikke kans dat je met deze plant ook de distelvlinder, kleine parelmoervlinder, dagpauwoog en het koolwitje in je tuin haalt. Al zijn zweefvliegen, wilde bijen en hommels ook niet vies van de kleurrijke nectarbommetjes. Als de bloei voorbij is, blijven de groene zaaddoosjes over. Alhoewel, over... voor je het weet zijn ze opgegeten door putters en andere vogels. 

De bloemen van duifkruid zijn echte nectarbommetjes | Foto: Pixabay

Muskuskaasjeskruid

Het muskuskaasjeskruid is een zogeheten waardplant voor de distelvlinder. Deze vlindersoort is afhankelijk van deze kruidenplant voor zijn groei. Zoals een waard in een herberg vroeger zijn gasten van eten en drinken voorzag, zo doet het muskuskaasjeskruid dat voor zijn gevleugelde stamgast. Maar ook andere passanten prikken een snaveltje mee: de zaden vallen sterk in de smaak bij vogels, met name putters en groenlingen. En van de nectar snoepen solitaire wilde bijen, hommels en andere vlinders mee. En jij? Jij kunt de mildzoetige bloemen eten (mooi als garnering op taart) en de blaadjes drogen voor thee. En last but not least: ruiken aan de heerlijke, subtiele muskusgeur van deze plant.

Zonder muskuskaasjeskruid geen distelvlinder | Foto: Pixabay