Kledingwinkels die tijdens de coronacrisis hun deuren moesten sluiten zitten nu met bergen onverkochte kleding. Een groot deel daarvan zal worden verbrand, zo blijkt dat alleen al in Nederland jaarlijks meer dan 1,2 miljoen onverkochte kledingstukken worden vernietigd. Waarom kiezen bedrijven ervoor om kleding te vernietigen? Wat is de milieu-impact? En komt er een Europees verbod op de vernietiging van onverkochte kleding? Wij hebben het onderzocht!

Bergen onverkochte kleding

Door de coronacrisis is de onverkochte voorraad van kledingwinkels flink toegenomen. Een probleem dat met het opnieuw openen van de winkels niet direct is opgelost. Toch speelde dit probleem ook al vóór de corona-crisis, zo bleek H&M in 2018 al te kampen met een berg onverkochte kleding ter waarde van 3,4 miljard dollar. Hoe kan het dat kledingmerken structureel met zo veel onverkochte kleding achterblijven? Het antwoord is te vinden in het verdienmodel van de huidige kledingindustrie.

Fast fashion, of 'snelle mode', is vandaag de dag het leidende bedrijfsmodel in de mode-industrie. Kenmerkend voor fast fashion is dat kleding zo snel én goedkoop mogelijk wordt geproduceerd. Kledingmerken brengen soms wel 24 (!) collecties uit per jaar om op de laatste trends te kunnen inspelen. Als kledingstukken na een aantal maanden (of weken) uit de mode raken, blijven winkels achter met een hoop onverkochte kleding.

Een deel van deze kleding wordt in de sale tegen een lagere prijs verkocht en sommige kledingstukken gaan terug in de voorraad. Dit geldt echter alleen voor tijdloze kleding, ook wel ‘never-out-of-stock’ kleding genoemd. Voor de kleding die hierna nog overblijft zijn er vaak 2 routes: doneren aan een goed doel of vernietiging. Helaas kiest nog altijd een deel van de kledingmerken voor die laatste optie.

Ook na de sale blijven er veel kledingstukken onverkocht. Foto: Unsplash

Luxe imago behouden

Toch zijn het niet alleen de goedkopere fast fashion merken die onverkochte kleding verbranden. Zo werd in 2018 bekend dat het Britse modehuis Burberry voor zo’n 30 miljoen euro aan kleding had verbrand, dat staat gelijk aan zo’n 20.000 trenchcoats van het merk! De producten van Burberry werden de afgelopen jaren veelvuldig vervalst en dit kwam het imago van het modehuis niet ten goede. Burberry verbrandt haar kleding daarom liever om te voorkomen dat vervalste items tegen een lagere prijs worden verkocht. Zo behoudt het modehuis haar luxe imago én komen vervalsers minder snel aan ‘voorbeelden’.

En Burberry is niet de enige, zo is  het verbranden van kleding eerder regel dan uitzondering bij de luxe modehuizen. Ook van merken als Chanel en Louis Vuitton werd bekend dat zij jaarlijks voor miljoenen aan kleding, accessoires en cosmetica vernietigen. Al deze merken verbranden liever hun eigen gloednieuwe kleding, dat dat ze het tegen een lagere prijs verkopen.

Ook luxe modehuizen zoals Louis Vuitton verbranden voor miljoenen aan kleding. Foto: Unsplash

De impact op het milieu

Kleding kan op verschillende manieren worden vernietigd; verbranden of vervezelen. Kleding verbranden gebeurt meestal in een afvalenergiecentrale; de kleding gaat verloren en wordt omgezet in energie. Dit klinkt misschien als een enigszins duurzame oplossing, maar niets is minder waar. Alleen al in Nederland zorgt de verbranding van kleding voor zo’n 75.000 tot 150.000 kilo CO2-uitstoot per jaar (als energiewinning wordt meegerekend!).

Daarbij opgeteld heeft het produceren van kleding óók een grote impact op het milieu. Bij het maken van een gemiddelde spijkerbroek komt zo’n 32 kilo CO₂ vrij, wat gelijk staat aan 150 kilometer autorijden. Het produceren en vervolgens verbranden van onverkochte kleding zorgt dus voor veel onnodige CO₂ uitstoot.

Ook blijkt uit een rapport van het Britse parlement dat de verbranding van onverkochte kleding zorgt voor extra luchtverontreinigende stoffen in de atmosfeer, zo kunnen er microplastics vrijkomen bij de verbranding van synthetische kleding. Recente onderzoeken tonen aan dat het inademen van microplastics schadelijk kan zijn voor onze gezondheid.

Kleding wordt meestal verbrand in een afvalenergiecentrale. Foto: Unsplash

Is vervezelen de oplossing?

Naast het verbranden van kleding, wordt er ook een grote hoeveelheid onverkochte kleding vervezeld. Dit is een vorm van recycling waarbij textiel wordt teruggebracht tot vezels. Helaas worden deze vezels bijna altijd gebruikt voor laagwaardige toepassingen, zoals voor de vulling van een boksbal of isolatiemateriaal.

Het is óók mogelijk om nieuwe kleding te maken van de gerecyclede vezels, maar dit wordt in de praktijk  bijna niet gedaan. Om nieuwe kleding te maken van de vezels, moet er zorgvuldig gesorteerd worden op kleur en materiaal. Daarnaast moeten alle onderdelen zoals knopen, labels en ritsen uit de kleding gehaald worden. Dit proces kost veel tijd en geld, waardoor de meeste kledingmerken hier niet voor kiezen.

Het sorteren van kleding op kleur en materiaal kost erg veel tijd en geld. Foto: Unsplash

Hoe zit het met wetgeving?

Frankrijk heeft vorig jaar als eerste land ter wereld een wet aangenomen die vanaf 2024 het vernietigen van onverkochte producten verbiedt. Het gaat hierbij om non-food producten zoals kleding, schoenen, cosmetica, boeken en elektronische apparaten. Bedrijven worden aangemoedigd om onverkochte producten te doneren of te recyclen en kunnen een fikse boete verwachten als ze er toch voor kiezen om de producten te verbranden.

Eerder werd in Frankrijk al een wet aangenomen die supermarkten verbiedt voedsel weg te gooien. Sindsdien heeft 94% van de Franse supermarkten een convenant met een voedselbank én zijn ze veel slimmer gaan inkopen. Een verbod kan dus zeker goed werken om verspilling tegen te gaan.

Het is daarom hoopvol dat de Europese Commissie ook een verbod op het vernietigen van onverkochte producten wil. Dit verbod maakt onderdeel uit van het actieplan voor de circulaire economie. Naar verwachting wordt het wetsvoorstel eind 2021 ingediend bij het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. Het is dus nog even afwachten of en wanneer deze wet wordt goedgekeurd.  

De Europese Commissie zal eind 2021 het wetsvoorstel indienen. Foto: Unsplash

Ook in Nederland zijn er een aantal politieke partijen die een verbod willen op het vernietigen van onverkochte producten. Naar aanleiding van een motie van Groen Links, liet staatssecretaris van Veldhoven onderzoek doen naar de vernietiging van ongebruikt textiel in Nederland. Uit het onderzoek blijkt dat er ook in Nederland sprake is van het onnodig vernietigen van nieuwe producten.

Er wordt echter geen voorstel gedaan voor een verbod, omdat de Europese Commissie al een wetsvoorstel heeft aangekondigd. Totdat deze wet van kracht gaat, wil de staatssecretaris andere maatregelen inzetten en samenwerken met de textielsector voor een circulaire economie.

Kledingmerken kiezen zelf voor een verbod

Gelukkig besluiten steeds meer kledingmerken om zélf het probleem aan te pakken. Zo besloot Burberry na alle ophef om te stoppen met het verbranden van kleding en ook fast fashion merken beloofden dat ze de onverkochte voorraad van de coronacrisis niet zomaar zullen weggooien.

Ook LVMH, het moederbedrijf van onder andere Louis Vuitton en Christian Dior, heeft aangekondigd dat het bedrijf voor 2023 stopt met het verbranden van producten. Daarnaast heeft het bedrijf recent de ‘deadstock website’ Nona Source gelanceerd. Hier verkoopt LVMH onverkochte voorraden aan opkomende creatieve ontwerpers en merken.

Wat kun je zelf doen?

Stoppen met het verbranden van onverkochte kleding is een goede eerste stap, maar het neemt niet weg dat de kledingindustrie nog steeds één van de meest vervuilende industrieën ter wereld is. Gelukkig kun je ook zelf een verschil maken, door te kiezen voor een duurzame kledingkast: