Waar was jij op 12 december 2015? Op die historische zaterdag tekenden 196 landen het Akkoord van Parijs, een internationaal verdrag met het doel de opwarming van de aarde te beperken tot ver onder de 2° C. Nu, ruim vijf jaar later, maken we de balans op. Welke landen zijn goed op weg hun doelen te halen? En wie laten het afweten?

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de wereld is op dit moment mijlenver verwijderd van het halen van het Parijsdoel. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) coördineerde in 2020 een groot internationaal onderzoek naar de naleving van de afspraken in het akkoord. De conclusie? Er is een enorm gat tussen het nationale beleid van de landen en wat er daadwerkelijk nodig is om de aarde niet te veel te laten opwarmen.

Nationaal klimaatbeleid krijgt zware onvoldoende

In het Parijsakkoord is afgesproken dat alle landen toezeggingen doen over hoeveel minder broeikasgassen ze gaan uitstoten én hoe ze denken dat voor elkaar te gaan krijgen. Dit zijn de zogenaamde nationale bijdragen (Nationally Determined Contributions of NDC's). Elke vijf jaar worden deze nationale bijdragen geëvalueerd door de Verenigde Naties (VN) en worden waar nodig aanbevelingen gedaan. Het idee is dat landen vervolgens, indien nodig, hun NDC's aanscherpen.

De uitstoot van broeikasgassen moet wereldwijd in 2030 met zo'n 40-50 procent worden gereduceerd om de temperatuur niet meer dan 2° C te laten stijgen. Maar volgens de onderzoekers leiden de huidige nationale bijdragen slechts tot een uitstootreductie van 17 procent. Alleen al de gedane toezeggingen schieten dus ernstig tekort - het zogenaamde 'ambitie-gat'.

De werkelijke uitvoering van het nationale beleid blijft hier vervolgens ver bij achter en leidt slechts tot een schamele reductie van 5 procent. Werk aan de winkel dus!

Marokko en Gambia gaan klimaatverandering wél tegen

Volgens de Climate Action Tracker (CAT), een samenwerking tussen de organisaties Climate Analytics en NewClimate Institute, zijn op dit moment de NDC's van Marokko en Gambia het meest ambitieus. Beide landen zetten de komende jaren sterk in op hernieuwbare energie. Ook de nationale bijdragen van Bhutan, Costa Rica, Ethiopië, India, Kenia en de Filipijnen zijn in lijn met de 2° C doelstelling.

Argentinië, Rusland, Saoedi-Arabië, Turkije, Oekraïne, Vietnam en de Verenigde Staten scoren daarentegen een zware onvoldoende. De nationale bijdragen van deze landen zijn in lijn met een opwarming van de aarde van meer dan 4° C!

EU loopt achter op klimaatdoelstelling

Hoe zit het dan met Europa? Binnen het Akkoord van Parijs wordt de Europese Unie (EU) als één land beschouwd. Volgens de CAT is de recente bijstelling van het EU-reductiedoel van 40 naar 55 procent een stap in de goede richting, maar nog steeds onvoldoende in lijn met Parijs.

Het wordt overigens nog een hele klus om die 55 procent te halen: op dit moment zitten we op een reductie van 25% ten opzichte van het peiljaar 1990. Sinds dat jaar daalde de uitstoot vooral fors in de voormalige Oostbloklanden, zoals Estland, Letland, Litouwen en Roemenië. Terwijl in Portugal, Spanje, Ierland, Oostenrijk en Cyprus de uitstoot in de periode 1990-2018 steeg!

Nederland is met een uitstootreductie van 15 procent een middenmoter in het rijtje. In de Klimaat- en Energieverkenning 2020 concludeert het PBL dat Nederland met de huidige plannen haar CO2-reductiedoel van 49 procent in 2030 niet haalt. Ze hebben daarbij gekeken naar het vastgestelde en (indien voldoende uitgewerkt) voorgenomen beleid. Denk bijvoorbeeld aan het sluiten van de kolencentrales in 2030 en de verlaging van de maximumsnelheid naar 100 km/h. Ook het doel van 27 procent hernieuwbare energie in 2030 gaan we volgens het PBL niet redden.

Steden geven het goede voorbeeld in de klimaatcrisis

Is er dan alleen maar slecht nieuws? Gelukkig niet. Uit onderzoek van het stedennetwerk C40 blijkt dat er wereldwijd al 54 steden beleid hebben in lijn met het Parijsakkoord. En bijna 400 steden hebben toegezegd hun uitstoot in 2050 naar nul te brengen. Het kan dus wél!

Zo verdubbelt Rio de Janeiro het aantal bomen in de stad en wil Milaan de hoeveelheid voedselverspilling halveren. Maar hun plannen om de stad beter in te richten voor voetgangers en fietsers hebben misschien wel de meeste impact. Deze maatregelen besparen niet alleen CO₂-uitstoot maar verbeteren ook de luchtkwaliteit. Win-win dus!

En ze zijn niet de enige! Eerder schreven we al over de verschillende maatregelen die steeds meer steden nemen om duurzamer verkeer te stimuleren. Madrid koos er bijvoorbeeld voor oude, vervuilende auto's verbieden, terwijl Londen meer zag in rekeningrijden. En in Shanghai kun je alleen een kentekenbewijs bemachtigen via een maandelijkse loting.

Auto's stoten niet alleen CO₂ uit maar verslechteren ook de luchtkwaliteit in de stad. Foto: Unsplash

ASN Bank in 2030 klimaatpositief

Naast steden stellen ook steeds meer bedrijven ambitieuzere klimaatdoelen. Zo hebben meer dan 1000 bedrijven zich gecommitteerd aan de Parijsdoelen onder het Science Based Targets-initiatief. Samen hebben deze bedrijven, waaronder grote namen als Volvo en Unilever, een grotere CO₂-voetafdruk dan Frankrijk.

ASN Bank gaat zelfs nóg een stapje verder en wil dat al haar beleggingen en investeringen in 2030 klimaatpositief zijn. Dat betekent dat ze in totaal méér broeikasgassen uit de atmosfeer halen dan alle investeringen en beleggingen samen uitstoten. Ook werd onder leiding van ASN Bank het Platform Carbon Accounting Financials opgericht, waarin de bank met 99 andere financiële instellingen samenwerkt om de CO2-impact van hun portefeuilles te verkleinen.