Klimaatverandering bedreigt de levens van inwoners van Vanuatu, een relatief arme eilandstaat in de Stille Oceaan. Na jarenlange campagne klopt de regering nu aan bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Wat is de verantwoordelijkheid van rijke landen in het beperken van klimaatverandering? We vroegen het aan Margaretha Wewerinke-Singh, hoofddocent en hoofdjuriste van Vanuatu.

Voor de ruim 300.000 inwoners van Vanuatu – verspreid over 80 eilandjes - zijn de gevolgen van klimaatverandering allesbehalve een ver-van-mijn-bed-show. Momenteel ligt Port Vila, de hoofdstad van de eilandenstaat, in puin. In maart van dit jaar raasden binnen een week tijd twee zware orkanen van bijna de hoogste categorie (Judy en Kevin) over de archipel. Beiden richtten aanzienlijke schade aan. Duizenden mensen zijn ontheemd, de infrastructuur is kapot en oogsten zijn vernield. De kosten van deze natuurramp zouden volgens klimaatminister Ralph Regenvanu meer dan de helft van het bruto nationaal product van Vanuatu kunnen bedragen

Kwetsbaar Vanuatu

Vanuatu, gelegen op 1.800 kilometer ten noordoosten van Australië,  wordt beschouwd als een van de meest kwetsbare landen ter wereld. Klimaatverandering zorgt ervoor dat het land steeds vaker wordt geconfronteerd met verwoestende orkanen, langdurige droogte, kusterosie, koraalbeschadiging, overstromingen en onvoorspelbare seizoenen. De regering van de eilandenstaat lobbyt daarom al jaren bij de Verenigde Naties (VN) en wil advies van het Internationaal Gerechtshof, het hoogste gerechtelijke orgaan van de VN, om te bepalen of rijke landen verplicht zijn om klimaatverandering te beperken.

Margaretha Wewerinke-Singh, universitair hoofddocent duurzaamheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), leidt het juridische team van Vanuatu, samen met Julian Aguon, de oprichter van het advocatenkantoor Blue Ocean Law. Ze legt uit waarom het verzoek is ingediend: ‘Vanuatu heeft aangevoerd dat de uitstoot van broeikasgassen bijdraagt aan klimaatverandering, en dat alle landen een verantwoordelijkheid hebben om deze uitstoot zodanig te verminderen dat de opwarming van de aarde tot 1,5ºC beperkt blijft. Het land heeft ook betoogd dat de verplichtingen van staten met betrekking tot klimaatverandering voortvloeien uit het internationaal recht, waaronder het beginsel van preventie.'

Na jaren is er nu een antwoord: het Hof, gevestigd in het Vredespaleis in Den Haag, gaat zich over de kwestie buigen.

Het Vredespaleis in Den Haag zetelt het Internationaal Gerechtshof, het hoogste gerechtelijke orgaan van de VN. | Foto: Wikipedia Commons

Waarom niet-bindend advies tóch belangrijk is

Op 29 maart 2023 stemde de Algemene Vergadering van de VN in met het voorstel om het Internationale Gerechtshof in Den Haag om advies te vragen. Het hoogste adviesorgaan van de VN zal zich nu officieel over de kwestie gaan buigen. Dit mondt uit in een advies over de principiële vraag of landen aansprakelijk kunnen worden gesteld voor het niet nakomen van klimaatbeloften.

Hierbij is het belangrijk om te vermelden dat het gaat om een advies en niet om een bindende sanctie. Wewerinke-Sing benadrukt waarom deze stap desondanks van belang is: ‘Het draagt bij aan de discussie over de verantwoordelijkheden van staten met betrekking tot klimaatverandering. Een advies van het Internationaal Gerechtshof zal specifiek bijdragen aan de ontwikkeling van het internationaal recht met betrekking tot klimaatverandering.’

Ze vervolgt: ‘Het advies van het Hof kan namelijk worden gebruikt als richtlijn voor de interpretatie en toepassing van bestaande internationale verdragen en normen met betrekking tot klimaatverandering. Ook kan het advies aandacht genereren voor de gevolgen van klimaatverandering voor kleine eilandstaten en andere kwetsbare landen en gemeenschappen. Het kan bijdragen aan een groter bewustzijn van de urgentie van klimaatactie en aan het mobiliseren van steun voor maatregelen die gericht zijn op het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en het beperken van de gevolgen van klimaatverandering.’

Vanuatu is een van de meest afgelegen plekken ter wereld, op zo’n 1.800 kilometer ten noordoosten van Australië in de Stille Oceaan. | Foto: TUBS via Wikimedia Commons (Bewerkt door de auteur).

Groene revolutie in de rechtszaal

Het verzoek, op initiatief van Vanuatu, om advies in te winnen bij het Internationaal Gerechtshof over klimaatverandering past in een bredere, juridische trend: de ‘groene revolutie’ in de rechtszaal. In de afgelopen jaren zijn er verschillende rechtszaken geweest waarin overheden en bedrijven worden aangeklaagd vanwege hun nalatigheid omtrent het tegengaan van klimaatverandering.

Neem bijvoorbeeld de Urgenda-klimaatzaak tegen de Nederlandse staat. Dit kwam tot een historische uitspraak waarin de rechter oordeelde dat de Nederlandse overheid meer moet doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Een ander voorbeeld is de zaak van de Nigeriaanse boeren, met behulp van Milieudefensie, tegen Shell. Hierbij oordeelde de rechter dat het olieconcern verantwoordelijk was voor olievervuiling in de Nigerdelta en daarvoor een schadevergoeding moeten betalen en een lek-detectiesysteem moet gaan aanleggen.

Advocaten glunderend van vreugde na de overwinning in de Urgenda-klimaatzaak tegen de Nederlandse overheid, die nu verplicht is om de CO2-uitstoot drastisch te verminderen. | Foto: Urgenda

Duurzaamheidsrecht kan volgens Wewerinke-Singh een belangrijke rol spelen in het afdwingen van klimaatactie: ‘Een belangrijk onderdeel van duurzaamheidsrecht is het internationaal milieurecht, dat gericht is op het beschermen van het milieu en het beperken van schade aan het milieu als gevolg van menselijke activiteiten, waaronder de uitstoot van broeikasgassen. Dit recht biedt een juridisch kader voor de ontwikkeling en handhaving van internationale verdragen, zoals het Klimaatverdrag van de VN en het Akkoord van Parijs (2015), die gericht zijn op het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en het beperken van de gevolgen van klimaatverandering.’

VN geeft groen licht aan Vanuatu

Hoewel het hier niet om een rechtszaak gaat (er worden geen specifieke landen/partijen gedaagd) zou een positief advies van het Hof een belangrijk precedent scheppen. Het zou kunnen leiden tot meer verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de grote vervuilers en hun rol in het veroorzaken van klimaatverandering. Daarnaast zou het kunnen bijdragen aan de erkenning van het feit dat de effecten van klimaatverandering onevenredig zwaar vallen op de schouders van de armste en meest kwetsbare gemeenschappen.

Naar alle waarschijnlijkheid zal het nog even duren voordat er meer duidelijkheid over is. Op VanafHier zullen we deze ‘groene revolutie’ in de rechtszaal op de voet blijven volgen.

Loopbaan Margaretha Wewerinke-Singh

Margaretha Wewerinke-Singh (38) is een Nederlandse juriste gespecialiseerd in milieurecht en mensenrechten. Door de jaren heen heeft ze verschillende regeringen in Afrika en het Stille Oceaangebied geadviseerd tijdens internationale klimaatonderhandelingen. Zo hielp ze in 2015 hielp de regering van Vanuatu bij de klimaatonderhandelingen in Parijs. Momenteel leidt het juridische team van de eilandengroep in hun strijd tegen klimaatverandering voor het Internationaal Gerechtshof. 

Wewerinke-Singh voltooide tussen 2010 en 2015 een promotieonderzoek over de aansprakelijkheid van staten voor de gevolgen van klimaatverandering aan het Europees Universitair Instituut in Florence. Na haar promotie verhuisde ze naar Vanuatu. Daar doceerde ze tot 2018 milieurecht aan de rechtenfaculteit van de Universiteit van de Zuidelijke Stille Oceaan. In 2019 sloot ze zich als mensenrechtenadvocaat aan bij Blue Ocean Law, de organisatie die de regering van Vanuatu bijstaat in hun juridische strijd. 

Van 2019 tot 2022 doceerde Wewerinke-Singh internationaal publiekrecht aan de Universiteit Leiden en sinds eind 2022 is ze universitair hoofddocent duurzaamheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam.

Margaretha Wewerinke-Singh verhuisde in 2015 naar Vanuatu en werkt sinds 2022 aan de UvA.| Foto: Margaretha Wewerinke-Singh