Bart en Tom Grobben komen uit een boerenfamilie die al generaties lang koeien houdt. Toen zij het melkveebedrijf van hun ouders overnamen, wees alles er dan ook op dat zij die traditie zouden voortzetten. Maar… het liep totaal anders. Tegenwoordig is er op de boerderij van de broers geen koe meer te vinden. Wel velden vol met sojaplanten. En dat blijkt razend succesvol.

In het oosten van het land, tussen Enschede en Haaksbergen, staat de boerderij van Bart en Tom. Jarenlang graasden daar tientallen melkkoeien, maar nu zie je er sojaplanten in de wind wuiven. Tussen de planten staat een wit bord, met de tekst: ‘Hier groeit melk van De Nieuwe Melkboer.’ Op de plek waar vroeger de stal stond, staat sinds twee maanden een fabriek. Daar worden de sojabonen gewassen, gedroogd (zodat ze langer houdbaar blijven) en verwerkt tot sojamelk en -yoghurt.

Tom: “We willen ons steentje bijdragen aan de eiwittransitie in Nederland, maar willen ook dat boeren een goede boterham kunnen verdienen aan het verbouwen van de gewassen die daarvoor nodig zijn. Goed voor de planeet en goed voor de agrarische sector, dat is het doel. Door plantaardige ketens op te zetten en op te schalen, hopen we dat doel te bereiken.”

Tekst gaat verder onder het kader.

De eitwittransitie: wat is dat eigenlijk?

Eiwitten zijn een essentieel onderdeel van een gezond en gebalanceerd dieet. Maar momenteel is het overgrote deel van die eiwitten van dierlijke oorsprong: vlees, zuivel en eieren. En dat terwijl de vlees- en zuivelindustrie een forse impact op het milieu hebben. Daarom is de eiwittransitie belangrijk, ofwel een verschuiving van dierlijke naar plantaardige eiwitten. De mogelijkheden zijn groot, want er zijn plantaardige eiwitbronnen genoeg. Denk bijvoorbeeld aan soja, erwten, veldbonen, noten en zaden.  

Boerderijkoorts

Tom en Bart studeerden allebei aan Wageningen University. Niet perse om boer te worden, maar dat behoorde wel altijd tot de opties. Op een gegeven moment was er geen twijfel meer over mogelijk: ze wilden het familiebedrijf van hun ouders overnemen. “We zijn opgegroeid tussen de koeien, we houden van voedselproductie… Op een keer sloeg de boerderijkoorts toe”, aldus Tom.

Het werd óók snel duidelijk dat de broers het familiebedrijf samen wilden runnen. Eén probleem: het bedrijf was te klein om er beiden een boterham mee te verdienen. “We hadden daarom twee opties”, zegt Tom. “Of we verdubbelden het aantal koeien dat we gingen houden. Of we gingen op zoek naar nevenactiviteiten.”

Sojamelk maken in de keuken

In 2013 kwam er zo’n nevenactiviteit op het pad van de broers. Landbouwonderneming Agrifirm startte een praktijktest met het verbouwen van soja op Nederlandse bodem. Iets dat voorheen eigenlijk niet gebeurde. Tom en Bart zagen dat wel zitten. “We zagen de opkomst van plantaardige producten toen al en vonden het interessant. Daarnaast kan je soja in principe het hele jaar door produceren”, aldus Tom. “Met andere woorden: we zagen kansen en wilden wel een gokje wagen.”

Zo gezegd, zo gedaan. Agrifirm leverde de zaden en Tom en Bart reserveerden 400 vierkante meter grond om soja te verbouwen. De eerste oogst was meteen goed en veelbelovend. En in de keuken slaagden de broers erin om de geoogste sojabonen om te toveren tot lekkere sojamelk. “Dat was een proces van vallen en opstaan, want we hadden totaal geen ervaring met het maken van sojamelk”, zegt Tom. “Maar na veel experimenten (en met behulp van behoorlijk wat Youtube-filmpjes) hadden we een erg lekker product in handen.”

Bart (links) en Tom (rechts) geloven dat de vraag naar plantaardige zuivel enorm groeit in de aankomende jaren.

Cappuccino’s met sojamelk

Van het een kwam het ander. Vijf jaar geleden zegden de broers hun banen op, om De Nieuwe Melkboer op te richten en vol voor het boerderijleven te gaan. Drie jaar geleden brachten ze hun eerste sojadrink op de markt. En vorig jaar namen ze definitief afscheid van hun 72 melkkoeien. Tegenwoordig hebben Tom en Bart 5 hectare grond gereserveerd voor sojateelt én beschikken ze over een fabriek waar zowel hun eigen sojabonen als die van andere boeren verwerkt worden tot sojamelk en -yoghurt.

De producten zijn momenteel alleen te bestellen bij online supermarkt Crisp. En saladebar SLA maakt er cappuccino’s mee. Tom: “Voor de rest richten we ons nu vooral op grote horecaondernemers, die ons product in grote hoeveelheden kunnen afnemen. Dat stelt ons in staat om een goede basis neer te zetten. Maar we willen zeker dat onze producten op den duur ook in de schappen van de grote supermarkten liggen.”

Genoeg ambities en doelen dus, maar vooralsnog gaat het De Nieuwe Melkboer voor de wind. “We zitten in de sweet spot”, aldus Tom. “Duurzaam, plantaardig, lokaal… Het zijn populaire onderwerpen, die veel raakvlakken hebben met de duurzaamheidsdoelstellingen van bedrijven. Daar profiteren wij van.”

Tekst gaat verder onder het kader.

Sojamelk versus koemelk

Uit een studie van de Universiteit van Oxford blijkt dat de milieu-impact van sojamelk vele malen lager ligt dan die van koemelk. Bij de productie van koemelk komen bijvoorbeeld drie keer meer broeikasgasemissies vrij dan bij de productie van sojamelk. En het water- en landgebruik voor sojaproductie is slechts een fractie van wat er op dat gebied nodig is voor de productie van koemelk. De milieu-impact wordt nóg lager als de sojamelk in eigen land geproduceerd wordt, zoals het geval is bij De Nieuwe Melkboer.

De risico’s van soja verbouwen

Maar gemakkelijk is het allemaal zeker niet. Tom en Bart moesten verschillende uitdagingen overwinnen om de huidige successen te kunnen boeken. Ten eerste brengt het verbouwen van soja in Nederland risico’s met zich mee. “Het is in de basis geen lastig gewas om te verbouwen, maar je bent wel erg afhankelijk van de weersomstandigheden”, aldus Tom. “De zomers moeten bijvoorbeeld warm zijn, maar niet te droog. Soja staat daarnaast relatief lang op het land. In mei zaai je en in september of oktober kan je pas oogsten. Een natte nazomer kan dan al snel voor schimmel zorgen. Ook dat moet je goed in de gaten houden. Graan en mais zijn wat dat betreft robuustere gewassen en hoeven ook minder lang op het land te staan.”

Wanneer sojabonen minder goed groeien door tegenvallende weersomstandigheden, kan dat ertoe leiden dat de bonen minder eiwitrijk zijn. Dan zijn ze alleen nog bruikbaar als veevoer en verdien je er een matige boterham mee. “In warme landen, met stabiele temperaturen, kan je ervan uitgaan dat je goede sojabonen oogst. In Nederland is dat iets minder zeker.”

Opschalen = vallen en opstaan

De grootste uitdaging was (en is) echter opschaling. “Wij begonnen letterlijk in de keuken, met een keukenmachine en kaasdoek (voor het zeven van de melk, red.). Op die schaal hadden we al snel een lekker product. Maar dan?”, schetst Tom. “Een externe partij die de verwerking van onze sojabonen voor zijn rekening kon nemen, was er niet. En een kant-en-klare productielijn voor sojaproducten bestond alleen op hele grote schaal. Te groot voor ons in ieder geval, zeker in die beginfase. Hoe ga je dan op toch grotere schaal sojamelk en -yoghurt produceren?”

Ook dat bleek een proces van experimenteren, vallen en opstaan, maar uiteindelijk lukte het. Tom: “Na heel veel testwerk hadden we zelf een productielijn ontwikkeld, door verschillende bestaande machines aan elkaar te koppelen. Het was echt pionieren.”

Waar vroeger de koeienstal stond, staat nu een fabriek voor de verwerking van sojabonen.

Van plant tot klant

Nu de fabriek draait, heeft De Nieuwe Melkboer de Nederlandse sojaketen rond, van plant tot klant. Maar dat is pas het begin, benadrukt Tom: “We hopen dat steeds meer boeren plantaardige gewassen gaan verbouwen, die wij in onze fabriek kunnen verwerken tot prachtige producten. Want hoe groter de schaal waarop we dat kunnen doen, hoe lucratiever het verbouwen van plantaardige gewassen wordt voor boeren.”

De Nieuwe Melkboer maakt nu alleen nog sojaproducten, maar in de toekomst hopen de broers een veelvoud aan plantaardige producten aan te bieden. “Haver en veldbonen zijn bijvoorbeeld ook gewassen die supergoed groeien in Nederland. Die hebben enorm veel potentie en daar gaan we zeker mee experimenteren”, aldus Tom. “We staan nu nog bekend als sojaboeren, maar uiteindelijk willen we een plantaardig zuivelmerk zijn, in de volle breedte. De Nieuwe Melkboer dus.”