Ben jij afval of compost? Grote kans dat je die vraag niet meteen kunt beantwoorden. Het gaat namelijk over de vraag wat je na je dood met je lichaam wilt doen. Voor velen van ons niet het meest favoriete onderwerp om over na te denken. Maar als je kiest voor begraven is er een nieuwe optie. Met de levende doodskist van Loop Biotech kun je de natuur na je dood een boost geven. Zo is je lichaam geen afval maar compost, een mooie gedachte. Oprichter van Loop Biotech, Bob Hendrikx, vertelt erover.

Begraafplaats of vuilstort? 

“Voor de meeste begrafenissen kappen we voor de kist bomen, bewerken we hout en sluiten we ons zo goed mogelijk af van alle micro-organismen”, vertelt Bob. Duurzamere opties zijn lijkwades of kisten van duurzame materialen, maar deze opties helpen niet om alle chemicaliën en andere verontreinigende stoffen waar ons lichaam vol mee zit, te neutraliseren. “Kort gezegd, we vervuilen met ons lichaam de bodem zo erg, dat het organismen in de bodem soms wel 30 tot 40 jaar kost om het op te ruimen.” Uit onderzoek blijkt dat we onze begraafplaatsen eigenlijk als vuilstortplaats zouden moeten beschouwen. Zo erg is het. Cremeren is niet veel beter voor het milieu. Door ons lichaam te cremeren, is er sprake van veel uitstoot van schadelijke stoffen

Mycelium maakt compost van je

Het idee voor een levende doodskist ontstond toen Bob zich afvroeg, waarom we als mens nauwelijks samenwerken met de natuur, terwijl we er onderdeel van zijn.  “De natuur is eigenlijk één grote supermarkt. Alleen gebruiken we altijd de dode materialen. Waarom niet de levende?’ Dat verbaasde hem. ‘Door mijn achtergrond in architectuur begon ik na te denken over de ontwikkeling van een levend huis, waarin mens en natuur samen konden leven. Ik onderzocht verschillende materialen en kwam uit op mycelium. Mycelium is het ondergrondse, levende wortelnetwerk van paddenstoelen. Het zet organisch materiaal en schadelijke stoffen om in vruchtbare plantenvoeding.

Het initiële plan was heel erg vanuit mezelf gedacht. Maar, wat wilde het organisme?’ Het antwoord op die vraag was duidelijk. Mycelium wil dode stoffen opeten en omzetten in vruchtbare compost. Dat veranderde Bob’s denkproces. Het huis werd steeds kleiner, totdat het idee ontstond voor een doodskist, die ons lichaam – inclusief chemicaliën – kan omzetten naar een bron van voedsel voor de natuur in plaats van een bron van verontreiniging.”

Bob Hendrikx van Loop Biotech

Doodskist van schimmel en mos

“In het begin zag ik het idee eigenlijk een beetje als een grap. Ik moest echt over een mentale barrière heen stappen om het verder te ontwikkelen. Ik dacht ‘ik ben jong, wat moet ik in de uitvaarbranche?’. Tot ik besefte dat ik zelf de remmende factor was en het idee ontzettend cool was.”

Bob ging ervoor en noemde de kist de "Loop Living Cocoon.” Het uitgangspunt van de kist was, dat deze het composteerproces van een lichaam moet faciliteren om ervoor te zorgen dat de chemicaliën uit ons lichaam niet in de bodem en in ons drinkwater terecht komen. En de schimmels moeten op 3 meter diepte werken, want door wetgeving is dat hoe diep mensen begraven moeten worden, dus begon Bob met experimenteren. 

“Het ontwikkelen van de kist is te vergelijken met het bakken van een cake. We stoppen alle ingrediënten in een mal en vervolgens doet de natuur haar werk. We gebruiken hennepvezel als basis om de vorm van de kist te krijgen. Vervolgens laten we daar het mycelium op groeien en in 7 dagen is er een kist. Dan halen we de mal weg en groeit er, doordat de buitenkant in contact komt met de lucht, een zacht wit huidje op de kist. De binnenkant van de kist beleggen we met mos. Het huidige ontwerp is een klassieke kist met een deksel. Op dit moment gaat onze aandacht vooral uit naar het materiaal en minder naar het ontwerp. We richten ons nu op het ontwikkelen van een product met consistente eigenschappen.”

Wat de kist extra bijzonder maakt, is dat deze een positieve impact op het milieu heeft. Mycelium is namelijk een bodemverbeteraar. De paddenstoelen zijn in staat om gifstoffen uit ons lichaam en uit de bodem te neutraliseren en helpen met hun aanwezigheid in de bodem ook de biodiversiteit. Ook de productie van de kist is duurzaam door het gebruik van lokale ingrediënten – zowel de hennep als het mos komen uit Nederland - en er is geen energie nodig om de kist te produceren. Als de kist de grond in gaat, is deze binnen 45 dagen omgezet tot compost en weer een met de natuur. Het lichaam doet daar wat langer over.

De Tesla van de uitvaartbranche

Het idee van een levende doodskist raakte mensen. Verschillende studiegenoten van Bob haakten bij hem aan. Nu zijn ze zo ver om op te gaan schalen. “Het is leuk om samen te werken met een groep mensen vol energie en ideeën. We zien onszelf als de Tesla van de uitvaartbranche: duurzaam en innovatief. In deze branche verandert er niet veel dus er is veel perspectief. De ASN Bank Wereldprijs kwam op het goede moment. We moesten producten ontwikkelen en verkopen, terwijl we beperkte middelen hadden om ze te produceren. Ons product is nu nog vrij duur, omdat we met 10 man bezig zijn om de kist met de hand te maken. We wonnen een vakjuryprijs en de publieksprijs. Het prijzengeld gaf ons de ruimte om te produceren. En dat is niet alles. Er komen ook steeds meer mensen naar ons toe om samen te werken. Dit zijn uitvaartpartijen, maar ook particulieren. Sommige mensen willen onze kist om in gecremeerd te worden. Ook dat is een betere optie dan het verbranden van een product van spaanplaat.”

Na je dood positieve impact maken

“Om te kunnen concurreren met andere producenten hebben we massa nodig. Alleen dan kunnen we onze impact vergroten. Dat is ook de reden dat we willen opschalen. We hebben nu 100 kisten gemaakt en in 2025 moeten dat er 10.000 zijn. In Nederland gaan er 450 mensen per dag dood. In Amerika duizenden. Daarom willen we in Amerika lokale kistenfabrieken neerzetten, die gebruik maken van de lokale ecosystemen. Om dat te realiseren willen we 2 miljoen euro aan investeringsgeld ophalen. De dood is een heel emotioneel moment, ik vind het mooi dat je hiermee na de dood nog een positieve impact kan maken. Hoe meer producten wij verkopen, hoe beter het is voor de natuur. Dat kan geen enkel ander bedrijf zeggen.”