Van een duurzame drijvende woonwijk tot eco-boerderij of zelfvoorzienend tiny housedorp; in deze serie delen bewoners van ‘groene’ huizen hun inspirerende verhaal. Dit keer vertelt Miriam over het ecodorp met earthships waar zij zelf aan meebouwde.

In het Overijsselse dorpje Olst ligt een woonwijk die uit de aarde lijkt te zijn gegroeid in plaats van erop gebouwd. In een van de 23 zogeheten earthships of aardehuizen woont Miriam Zijp (36) met haar man en twee tienerkinderen. 

Huizen gebouwd van natuurlijke materialen en afval

Het begon allemaal toen een kleine groep visionaire idealisten geïnspireerd raakte door de earthships van de Amerikaanse architect Michael Reynolds. Deze woningen zijn gebouwd van natuurlijke materialen en afval. De originele earthships hebben een wand van autobanden en klei aan de noordzijde, die tegen een natuurlijke heuvel - een talud - aan is gebouwd. De voorzijde bestaat voornamelijk uit glas en ligt op het zuiden, om zoveel mogelijk zonlicht binnen te laten. Het idee is dat je bijna niet bij hoeft te stoken. Aardehuizen zijn dan ook gebouwd om zelfvoorzienend te zijn. 

Hét symbool van earthships en aardehuizen wereldwijd: wanden gemaakt van autobanden

Ruimer en duurzamer wonen

In 2010 las Miriams man in de krant over de plannen van de idealisten om in Nederland een ecodorp met aardehuizen te bouwen. ‘Hij ging naar een informatieavond en raakte steeds enthousiaster. Dat werkte aanstekelijk.’ Het gezin woonde toen nog in een klein koophuis met grote tuin in Hengelo. ‘Vuurtjes stoken, de kinderen buiten zien spelen; het buitenleven trok ons altijd al. Maar nu konden we daarnaast ruimer en een stuk duurzamer wonen.’    

Na een kennismakingsgesprek was het snel beklonken: Miriam en haar man zouden als nieuwe bewoners meebouwen aan het ecodorp. In een mum van tijd was hun huis verkocht en trokken ze in een stacaravan op het bouwterrein. Net als vijf andere gezinnen en veel vrijwilligers.

De bouwfase van het project kon beginnen. ‘Ik zat er meteen helemaal in; eerst op juridisch en financieel vlak - ik ben jurist van huis uit - later zelfs als bouwcoördinator. Die rol trok ik naar me toe; ik merkte dat de bouwbegeleiding te chaotisch ging, en tsja: ik ben van het aanpakken.’

Miriam bleek een geboren bouwcoördinator | Foto: Gemeente Olst-Wijhe

Van bandenwanden naar strobouw

Het bouwproces verliep niet zonder slag of stoot. ‘We wilden zoveel mogelijk zelf doen, met hulp van vrijwilligers. Zo regelden we met de gemeente dat we de grond zelf bouwklaar mochten maken en ons eigen rioleringssysteem aan mochten leggen, gekoppeld aan een rietbedfilter - een bassin met zand, grind en riet dat ons afvalwater zuivert.’

Al snel kwamen ze erachter hoe arbeidsintensief sommige bouwprocessen zijn en de kosten begonnen de pan uit te rijzen. 'Zo kostte het bouwen met autobanden veel te veel tijd; we moesten volledig overstappen op strobouw. Met stro valt sneller te werken.'

Deze strobalen zitten nu in de muren van de aardehuizen

Beslissingen nemen in het belang van de groep

Voor sommige bewoners was het een emotioneel besluit om afscheid te nemen van hun ideaalplaatje van een traditioneel aardehuis mét autobandenwand. Om met veertig mensen samen tot besluiten te komen, volgde de gemeenschap de sociocratische methode. Dit komt erop neer dat na verschillende inspraakrondes aan iedereen wordt gevraagd: kun je hiermee leven?

Miriam: ‘Lastig hoor, want soms moet je daardoor dromen laten varen. En dan hebben we het over beslissingen die iedereen raken, ook in de portemonnee. De woningen zijn niet goedkoop. De kleinste kost - zonder afbouw en techniek -  150.000 euro, de grootste ruim drie ton. We kwamen per woning minimaal 20.000 euro boven de begroting uit. Je moet echt bereid zijn om als groep te investeren.'

Klaar voor de kers op de taart: het plaatsen van de grote raampartijen

Interieurstyling met restmateriaal

Na drie intensieve bouwjaren trokken Miriam en haar gezin eind 2014 in hun eigen aardehuis: een tussenwoning van 92 m2, met een koepel erop van 25 m2 voor een extra verdieping. ‘De kinderen vonden ons huis gigantisch, na drie jaar wonen in een stacaravan van 30 m2.’

In deze botanische studeer- en werkhoek zou je bijna vergeten dat je binnen zit

Het huis ademt een jaren ‘70-sfeer: met veel groen, oranje, tegeltjes en planten. In het huis zijn veel pallets en ander resthout gebruikt en de muren - houtskelet gevuld met stro - zijn afgewerkt met leem. De woning is van alle gemakken voorzien: een keuken, wasmachine, douche, drie slaapkamers en een computerhoek. In de voortuin scharrelen de kippen. 

Onmisbaar item in de Miriams keuken: een verrekijker (op rechts)

Eigen watervoorziening, riolering en zonne-energie

In de zithoek staat een pelletkachel die het huis verwarmt wanneer dat nodig is. De huizen zijn zo zelfvoorzienend mogelijk; ze pompen grondwater op en zuiveren dat met een rietbedfilter tot drinkwater; huishoudelijk (grijs) afvalwater wordt gezuiverd tot schoon oppervlaktewater dat afvloeit naar een sloot in de buurt.

De huizen zijn niet op het openbare riool aangesloten; de helft van de woningen heeft een composttoilet, de andere helft zit op een eigen rietbedfilter aangesloten. Op de daken liggen zonnepanelen. Miriam: 'Wij redden het nét niet met onze veertien panelen en nemen voor ongeveer een tientje per maand extra energie af van het net.’ 

Voor elkaar zorgen zonder bemoeienis

Terugkijkend op het hele bouwproces, is Miriam trots op hoe ze het met z’n allen voor elkaar hebben gebokst. De bewoners zijn divers; van onderwijzer tot boer; van sociaal dier tot introvert; en van woningeigenaar tot huurder (er staan drie huurwoningen in de wijk). ‘Wat we gemeen hebben is dat we duurzaam willen leven en daar veel voor over hebben.'

'We zorgen voor elkaar, zonder bemoeienis. Ouders passen op elkaars kinderen, bewoners delen hun wasmachine of doen gezamenlijke inkopen bij de biosupermarkt. Voor juridische vragen komen mensen bij mij; als er een computer of printer stuk is, bij mijn man, die IT’er is. Samen vormen we hier een heel mooi geheel.’

Het collectieve 'Middenhuis' waar de bewoners samenkomen voor allerlei activiteiten

Miriam: ‘De bouwjaren waren intensief, maar nu geniet ik voortdurend; van de kinderen die hier vrij als vogels hun gang kunnen gaan; van ons uitzicht op het akkerland; het is zo ontzettend mooi hier. Ik ben heel blij dat we hier zijn komen wonen.’

Tips van Miriam voor wie zelf een aardehuis wil bouwen:

  1. 'Kijk wáár je gaat bouwen: wat past er in die omgeving? Om de zware constructies met autobanden in het kleilandschap te kunnen plaatsen, hebben we moeten heien. Misschien had dat, achteraf, bij de (veel lichtere) strowoningen niet gehoeven.' 
  2. 'Het concept van zuidgerichte woningen met veel glas aan de voorzijde werkt supergoed in Nederland: je krijgt zoveel mogelijk licht en warmte binnen en hoeft veel minder te stoken.' 
  3. 'In Olst kon iedereen zijn eigen woning ontwerpen: ieder hoekje is anders. Het is idioot wat een tijd en geld dat heeft gekost. Daarom mijn tip voor (relatieve) leken die zelf gaan bouwen: bouw generiek, laat mensen kiezen tussen drie prototypes.' 

Meer over aardehuizen en earthships wereldwijd:

  • De bewoners van Olst geven iedere eerste zondag van de maand rondleidingen door hun dorp (wanneer de coronamaatregelen weer versoepeld worden).
  • Wil je je verdiepen in earthships wereldwijd en in het gedachtegoed van Michael Reynolds? Daar heeft hij deze fijne site voor - met jaloersmakende beelden.