Ik werd laatst geïnterviewd door iemand van de New York Times, die in ons buurtje een voorbeeld zag van een duurzame toekomst. Het interview was via Zoom, het was al laat hier in Nederland, ik zag mezelf verlicht worden door het blauwe licht van mijn laptop. De oudere dame aan de andere kant van het scherm - een doorgewinterde journaliste - keek me met een bedachtzame blik en pen in haar hand aan.

Ze stelde een aantal technische vragen over warmtepompen waar ik braaf op antwoordde, maar zelf niet warm of koud van werd. Ze vroeg over het proces van bouwen en hoe we hier neerstreken, drie jaar geleden. Over zonne-energie en hoe we dat met z’n allen delen. En langzaamaan gingen haar vragen een richting op waardoor ik onze woonplek ineens in een nieuw licht ging zien. Want inderdaad, het geheim van ons groene buurtje zit ‘m in heel andere dingen.

Ik heb het geluk me met buren te omringen die stuk voor stuk onwaarschijnlijk lief en hartelijk zijn, al dekt dat woord de lading niet. Kindness is het woord dat ik er in het Engelstalige interview aan kon geven. Zachtmoedelievigheid, is het woord dat iemand me er een keer op een begraafplaats in Suriname voor gaf (dat is een verhaal voor een andere dag). Maar dan gecombineerd met iets dóén, want ‘being kind’ zit ‘m niet alleen in het voelen of zijn, maar vooral in je daden. Hoe klein ook. Het blijkt hét ingrediënt waardoor mijn gezin en ik steeds meer in lijn met onze groene ambities kunnen leven.

“De zachtmoedelievigheid van mijn buren blijkt hét ingrediënt waardoor we steeds meer in lijn met onze groene ambities kunnen leven.”

Lynn Zebeda

Hoe dat eruitziet? Ik zou er sinds ik hier woon niet op komen om een zaag of een paar schaatsen voor één keer te kopen, want ik weet dat iemand van ons die vast te leen heeft. Decembercadeautjes voor de kinderen? We ruilen stiekem speelgoed waar niet meer mee wordt gespeeld. Heb je een halve pan avondeten over, dan app je even of er nog iemand honger heeft en schuif je het door een voordeur, waardoor er veel minder wordt weggegooid. Zelfs de technische oplossingen, van energieverbruik bijhouden tot autodelen, worden haalbaarder wanneer je een buur kan bellen als je er zelf even niets van snapt. En dat je dan zelf ook met alle liefde bijdraagt, waar je kan.

Het staat misschien ergens in ons collectieve brein geprent dat juist competitie onze natuur is, in plaats van dat gezamenlijke. Survival of the fittest, je weet wel. Maar zelfs Darwin beschreef deze competitieve drang als maar een klein deel van een veel breder proces waarin alles zijn weg vindt. Intelligent samenwerken ten behoeve van het grotere geheel, dat is uiteindelijk waar je het verst mee komt. Juist wanneer je wordt geconfronteerd met de noodzaak tot een Grote Transitie die we alleen zeker niet voor elkaar krijgen.

“Kindness and community as the secret to a sustainable transition.”

Lynn Zebeda

Kindness and community as the secret to a sustainable transition, is de conclusie die de journaliste en ik eraan gaven. Volgens mij is dat interview uiteindelijk niet eens gepubliceerd. Maar ik zie sindsdien de zachte kant van duurzaamheid als het krachtigste middel dat we, altijd en overal, tot onze beschikking hebben.

Kindness is free, sprinkle that stuff everywhere.