Het was ergens in 2021. De eerste dagen van de coronalockdown. Ik slenterde door mijn wijk en voelde de saaiheid van gesloten winkels en cafés. Op zoek naar verandering van omgeving, verlegde ik mijn wandelroute naar enkele onbekende straten. En toen stuitte ik op een verborgen juweeltje: een park dat ik nog nooit eerder had gezien. Het was omheind, maar de poort van Schat van Schoonderloo stond open.

Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet weerstaan, liep door de poorten en betrad een groen wonderland. Wilde planten en prachtige bloemen begroetten me bij elke bocht. Het geluid van een rinkelende miniatuurwaterval vulde de lucht. Gezinnen loungeden op bankjes, dronken koffie en keken naar hun kinderen die in een zandbak speelden. Het was een tafereel uit een sprookjesboek en ik kon niet geloven dat deze magische plek zich op loopafstand van mijn huis bevond. Niet eerder zag ik in Rotterdam zo’n adembenemend park.

Als planoloog kon ik niet anders dan de voordelen van dit park waarderen. Ga maar na: het verkoelt de buurt, verbetert de luchtkwaliteit, biedt een rustige ontsnapping van alledaagse stress en is essentiële ontmoetingsplek voor ouders en kinderen. Tijdens de pandemie fungeerde dit mysterieuze park als de tuin die zoveel mensen in een grote stad moeten missen. Dit is goed besteed gemeenschapsgeld, moet ik gedacht hebben.

“Het was een tafereel uit een sprookjesboek en ik kon niet geloven dat deze magische plek zich op loopafstand van mijn huis bevond.”

Lior Steinberg

Planoloog & oprichter Humankind

Totdat ik ontdekte dat vrijwilligers het park zelf hadden aangelegd en het ook zelf exploiteerden. Door mijn werk ken ik meer van dit soort initiatieven in Nederland, er zijn er honderden. Begrijp me niet verkeerd, ik ben helemaal voor actief burgerschap. Maar ik vraag ik me wel af of het allemaal rozengeur en maneschijn is.

Een weg waar je overheen fietst is toch ook niet door vrijwilligers of voor nop door een bouwbedrijf aangelegd? Waarom zou je van inwoners mogen verwachten dat zij vrijwillig hun tijd en middelen besteden aan de aanleg en het onderhoud van openbare parken?

Gemeenten investeren veel geld om onze steden te vergroenen, maar als het gaat om lokale en kleine initiatieven roepen ze vaak inwoners op om de handen uit de mouwen te steken en zich als vrijwilliger in te zetten. Het is een nieuwe golf van actieve burgerparticipatie. Het klinkt geweldig, maar in de praktijk schaalt het niet. Er zijn niet genoeg mensen die de tijd en capaciteit hebben om zich gratis in te zetten.

Meer groen in onze buurten is niet alleen "leuk om te hebben". Het is essentieel voor onze planeet en het leven. Als we de gevolgen van de klimaatverandering willen overleven, moeten we onze gebouwde omgeving veranderen en veel meer groen toevoegen. Dit initiatief vereist aanzienlijke financiering en de enige entiteit die een dergelijke onderneming kan verwezenlijken is de overheid. We kunnen niet vertrouwen op vrijwilligers om onze klimaatdoelen te bereiken.

“We kunnen niet vertrouwen op vrijwilligers om onze klimaatdoelen te bereiken.”

Lior Steinberg

Planoloog & oprichter Humankind

Moeten we mensen dan ontmoedigen om vrijwilligerswerk te doen? Helemaal niet! Lokale initiatieven bieden een enorm potentieel voor klimaatadaptatie. Maar het zou beter zijn om deze inspanningen te erkennen en te belonen met extra financiering. Zodat de initiatiefnemers professionals kunnen inhuren of een vergoeding krijgen voor hun eigen werk. Er zullen vast vrijwilligers zijn die dit aanbod afslaan. Maar het trekt ook weer andere mensen die het zich niet kunnen veroorloven om gratis te werken.

Groene openbare ruimten, zoals het park dat ik heb ontdekt, bieden onze samenleving onmetelijke voordelen. We moeten stoppen met discussiëren over hun belang en de portemonnee trekken. Geen woorden maar groene daden, zeggen ze in mijn stad.