Voor iemand die haar hele werkende leven besteedt aan het vinden van oplossingen voor grote problemen, was het een merkwaardig bevrijdend idee. Laten we stoppen met de oplossingen.

Het inzicht kwam tijdens een van de gesprekken die ik leid in Pakhuis de Zwijger. Gesprekken over regeneratie; een woord dat op steeds meer plekken de term duurzaamheid vervangt. Duurzaamheid gaat namelijk vooral over: behouden wat je nu hebt. Maar wat als je erachter komt dat wat jij nu hebt, alleen maar kan bestaan door de natuur en andere mensen te beschadigen? En wat als de wereld die we nu kennen, verbleekt bij wat de toekomst zou kúnnen zijn?

Regeneratie dus, daar moeten we naartoe. Zoals mijn vriend en groen boegbeeld Paul Hawken het simpel definieert: het leven centraal stellen in elke actie en ieder besluit. Dat gaat over het leven om ons heen: van insecten tot oceanen. En ook over het leven tussen ons mensen in. Het is net zo’n grote shift als toen we van jager-verzamelaars werden wat we nu zijn.  

Hoe komen we daar dan? Niet door te denken in oplossingen. Thieu Besselink – praktisch filosoof en oprichter van The Learning Lab – was degene die me erop wees. Hij was te gast in de tweede aflevering in die serie in Pakhuis. Een paar keer had hij het al gesuggereerd in ons gesprek, maar ik kon het blijkbaar nog niet horen. Totdat hij het in onomwonden termen stelde: de situatie waar we ons in bevinden hééft geen oplossingen. De tijd van oplossingen is voorbij. Het zijn oplossingen die ons in de problemen hebben gebracht. Elk probleem dat we nu hebben, is het resultaat van een oplossing die we in het verleden hebben bedacht. Onze huidige situatie verzet zich tegen nóg meer oplossingen.  

“De tijd van oplossingen is voorbij. Elk probleem dat we nu hebben, is het resultaat van een oplossing die we eerder hebben bedacht.”

Lynn Zebeda

Hij ging nog verder. Al die systemen die we op basis van die oplossingen hebben gebouwd? Ze functioneren uitstekend. Ze werken hard aan het controleren en exploiteren van het leven, aan het toewerken naar leven op een dooie planeet. Aan het vernietigen van, jawel, onze eigen ziel. Van de bio-industrie, tot het voedselsysteem, tot de fabrieken van het onderwijs. Het enige systeem dat wel kapot is, is ons gedachtensysteem: de manier waarop we ons met het leven verbinden. In een taal van categorieën, abstracties, en ja: oplossingen. De manier waarop we de wereld zien, dat is wat we moeten veranderen.

Terwijl mijn oren nog nawapperden besefte ik me dat hij gelijk had. Het leven – de natuur – is te complex, te non-lineair, te veel één verbonden geheel om er oplossinkjes van menselijke maat tegenaan te gooien. Dit betekent voor mij niet dat we moeten stoppen met strijden voor rechtvaardigheid en een toekomst op deze planeet. Of dat we ons tevreden kunnen wentelen in het idee dat we niets meer hoeven te doen.

Hoe gaan we dan wel verder? Er is een veelvoud aan antwoorden op die vraag. Voor Thieu gaat het erom te beginnen op een specifieke plaats, luisterend naar het land, zoals hij met zijn studenten van de Universiteit Utrecht doet. Hij neemt ze bijvoorbeeld een hele zomer mee naar een uitgedroogde rivier in Sicilië. Kijk naar deze rivier, wat heeft zij nodig om weer gezond te worden? Wat vertelt zij jou over hoe je zelf beter kunt worden? En als er dan iets lukt, hoe kunnen we daarop voortbouwen? Zonder dat wij als mens het overzicht en de controle hebben die we tot nu toe zo graag wilden houden. Het gaat om een manier van cultiveren, van laten groeien. Het vraagt daarom ook om menselijke bescheidenheid. Het leven de ruimte te geven. 

Het loslaten van de drang naar oplossingen betekent het einde van de wereld zoals we die kennen. Maar de wereld zoals mensen die kenden is al veel vaker geëindigd. Wie weet wat er aan de aan de andere kant op ons wacht.