De wolf kan in Nederland op allerlei soorten onthaal rekenen. Van een warm welkom tot doodsbedreigingen. Zelfs in het politieke debat wist hij een plek te veroveren. Hij vestigde zich daarmee niet alleen in Nederland maar zelfs in verkiezingsprogramma’s van politieke partijen.

De wolf zelf laat dat intussen allemaal volledig koud. Hij leeft gewoon zijn leven en confronteert ons daarmee met lastige keuzes. Het heeft ook wel iets ironisch. Als dieren ons niet voor de voeten lopen houden we van natuur. Als ze dat wél doen hebben we er moeite mee.

Wolven, maar ook bevers en dassen laten zich in Nederland steeds vaker zien. De goudjakhals en de wasbeer komen ook onze kant op. Relatief grote zoogdieren in een land waar je tot voor kort alleen oog in oog kon staan met wilde roofdieren als de vos of de egel. Nu is daar de wolf dus bijgekomen. Wolven hebben zich opnieuw ingeburgerd in een land waar ze ruim een eeuw  afwezig waren. Het gevolg van intensieve jacht. En nu zijn ze terug. Door hun beschermde status en de aanwezigheid van meer dan voldoende voedsel.

De terugkeer van de das en de bever zorgt nog voor tragikomische situaties zoals omgeknaagde bomen in een voedselbos en dassenburchten onder spoorlijnen. De wolf is van een andere orde. Bij de wolf gaat het om leven en dood. Als een wolf een schaap de keel doorbijt zorgt dat voor ophef in plaatselijke – en landelijke kranten en aan talkshowtafels. En niet één keer maar doorlopend. Inmiddels is dit patroon al een aantal jaren zichtbaar.  

“De ‘ergheidsfactor’ van een wolf roept blijkbaar meer discussie en emotie op dan die van katten, bevers, dassen of honden.”

Piet Sprengers

Duurzaamheidsexpert ASN Bank

Veel van de discussie gaat over de omvang van de problemen die de wolf veroorzaakt. Hoeveel schapen hij doodt (647 in 2022), dat we straks het bos niet meer in durven, dat tamme wolven nog gevaarlijker zijn dan wilde, dat honden nog meer schapen doden (of toch niet?), of dat mensen nog meer schapen doden (dat klopt in ieder geval wel).

Ook roept de Canis lupus lupus (de Nederlandse soort) veel bespiegelingen op hoe erg dit is vergeleken met de daden van huisdieren en mensen. Denk aan de kat die speelt met een halfdode muis, loslopende honden die katten of kinderen bijten, de mens die schapen voor consumptie slacht; zijn dit soort incidenten minder erg?

De ‘ergheidsfactor’ van een wolf roept blijkbaar meer discussie en emotie op dan die van katten, bevers, dassen of honden bij elkaar opgeteld. Laat ik het er op houden dat we met twee maten meten. Of misschien wel met drie of vier maten. De gelegenheidsargumenten van de wolf voor- en tegenstanders vliegen over en weer en zijn niet altijd even eerlijk.

“Ik denk dat we de wolf in bescherming moeten nemen tegen de mens in plaats van andersom.”

Piet Sprengers

Duurzaamheidsexpert ASN Bank

Wat we ook besluiten of doen, de wolf is een blijvertje. Ik verwacht namelijk niet dat EU-landen besluiten dat de wolf weer intensief bejaagd mag worden. Want alleen dan gaan we terug naar de situatie van nog geen 15 jaar geleden met een enkele wolf in het uiterste oosten van Duitsland. Ze zijn kortom here to stay.  

Als bioloog en natuurliefhebber zou ik willen dat Nederland geschikt is voor de wolf. Maar helaas is dit niet het geval. De wolf gaat slecht samen de inrichting van ons land met zijn drukke wegen en grote aantallen vee. Bovendien zijn we niet meer gewend om met wilde dieren samen te leven.

We zijn in wezen vervreemd van de natuur. Dat geldt voor zowel de voor- als tegenstanders. De schapenhouders  hebben er geen moeite mee om hun schapen naar de slacht te brengen, maar ze hebben wel moeite met wolven die schapen doden. Tegelijkertijd zijn er ook aanhangers van de wolf die het geromantiseerde beeld hebben dat de wolf in Nederland het evenwicht in de natuur komt herstellen.

Zolang Nederland zo is ingericht en we zo vervreemd zijn van de natuur, kunnen we de wolf maar beter waarschuwen uit de buurt te blijven. Ik denk dat we de wolf in bescherming moeten nemen tegen de mens in plaats van andersom. Uiteindelijk zullen we zelf in evenwicht moeten komen met de wolf. Zowel in aantallen wolven als in onze omgang met de wolf. Ik weet niet precies hoe ik dat de wolf duidelijk kan maken. Maar ik zou hem willen zeggen: kom alsjeblieft niet deze kant op. Kom pas als je welkom bent en als we er klaar voor zijn. Maar kom nu nog niet.