Je herkent het vast. Een stevige, onverklaarbare afkeer van iets. Ik bedoel niet een persoon, of iets eetbaars, of een idee. Maar een afkeer van een bepaald product, zoals een kaasschaaf (eng) of stropdas (nutteloos), of van een bepaald materiaal.

Ik heb dat met plastic. Het is een soort allergie, al krijg ik er geen pukkels van. Dat had ik al als kind. Plastic speelgoed stond echt onderaan of liever helemaal niet op mijn verlanglijst. Misschien was er een uitzondering voor LEGO maar het metalen Meccano scoorde aanzienlijk hoger, al vond ik de doos van plastic maar nep. 

Plastic voelde voor mij fake. En dat is geen vreemde gedachte. Niet voor niets heet het kunststof, ofwel namaakstof. Plastics spelen daarmee een beetje vals. Je kunt er allerlei handige en mooie dingen mee doen, maar ze komen niet uit de natuur. Ze worden door een chemische tovertruc geproduceerd uit aardolie. Een stof die diep in de bodem thuishoort. Zeevogels zien helaas niet dat plastics vals spelen en denken dat het eetbaar is. Een dodelijke vergissing.

“De drie plastic zakken die jaren geleden door een boom naast ons kantoor uit de lucht zijn gevangen, confronteren me dagelijks.”

Piet Sprengers

Duurzaamheidsexpert ASN Bank

Misschien dat mijn fascinatie voor geschiedenis meespeelt in mijn afkeer voor plastic. De Romeinen kenden geen plastic en ook de grootste uitvinder aller tijden, Leonardo Da Vinci, kende het niet. Je had hout in allerlei soorten, metalen in allerlei samenstellingen en steen van allerlei kwaliteiten. Maar geen plastics!

Uren heb ik als puber staan knutselen aan fietsen, schietapparaten en brommers. In die tijd was het eenvoudig om plastic te vermijden. Plastic had een bijrol als verfraaiing of bescherming van in de kern metalen voorwerpen of van het verpakken van voedsel. Sinds die tijd is de plasticproductie elk jaar wereldwijd zo’n beetje vertienvoudigd en kan niemand er meer omheen.

Ik word dagelijks geconfronteerd met mijn allergie voor plastics. Zoals door drie plastic zakken die jaren geleden door een boom naast ons kantoor uit de lucht zijn gevangen. Als er niks met de boom gebeurt zullen ze daar nog vele jaren blijven wapperen als lichaamsvreemde aanhangsels. De boom gaat waarschijnlijk eerder voor de bijl dan die zakken. 

Omdat plastic in al haar verschillende samenstellingen niet in de natuur voorkomt is het ook geen onderdeel van ecologische cycli. Eenmaal in de natuur blijft het daar. In het beste geval worden sommige soorten plastic na decennia afgebroken tot water en CO2. Maar met verreweg de meeste plastics gebeurt dat niet. Door wind en zon of door andere invloeden breken ze af in steeds kleinere stukjes. Stukjes die op een gegeven moment zo klein zijn dat wij ze niet meer kunnen zien. Zo klein dat ze onzichtbaar door de lucht zweven en via onze longen in ons bloed terecht komen, en via de wortels van landbouwgewassen in onze voeding.

“In hoeverre zijn we in staat echte mensen te blijven en te zien in een fake wereld?”

Piet Sprengers

Duurzaamheidsexpert ASN Bank

Die plasticdeeltjes, groot en klein, hopen zich op in zeeën en meren, in bermen en bodems. Daar zullen ze voor altijd blijven. Niets wat we kunnen doen om ze er weer uit te halen. Hoogstens kunnen we proberen de voortdurende opeenhoping van plastics in de natuur en in ons lichaam te vertragen. Maar voorlopig is daar geen sprake van.  

Het staat inmiddels vast dat iedereen microplastics en de nog kleinere nanoplastics in zijn lijf heeft zitten. Als je ooit water uit een plastic flesje hebt gedronken heb je er al honderdduizenden in je lichaam toegelaten. Het is nog onbekend welke schade ze daar aanrichten. 

Intussen wordt ook onze werkelijkheid steeds meer plastic. Nep, bedoel ik dan. Robots vervangen verplegers in de zorg en computergames en artificial reality (AI) nemen onze realiteit over. Die afkeer die ik als kind voor plastic had, was een afkeer van dit soort namaak.

Mijn vraag is in hoeverre we in staat zullen zijn namaak van echt te onderscheiden. In hoeverre we in staat zijn echte mensen te blijven en te zien in een fake wereld. Hopelijk ontwikkelen steeds meer mensen een afkeer van plastic. Anders eindigen we met zijn allen net zoals die zeevogel.