Deze zomer zwom ik in een Zwitsers gletsjermeer. Het water was zo schoon dat ik - meters diep - de bodem kon zien. Het water was ijskoud maar verfrissend, de rust: onbeschrijflijk. Terwijl ik tussen kikkervisjes zwom, merkte ik dat mijn gedachten tot stilstand kwamen. Toen besloot ik: dit ga ik thuis ook vaker doen, in de natuur zwemmen.
Zo gedacht, zo gedaan. Terug in Nederland nam ik op een zonnige middag met een groep vrienden een duik in het IJ in Amsterdam. Het verschil tussen dat gletsjermeer en het IJ kon niet groter zijn. Het water was troebel en had een naar luchtje. We zwommen tussen plastic zakken, lege flessen en andere rommel. Wat een verkoelende duik had moeten zijn, werd een confronterende ervaring met de vervuiling van ons water.
Ik las een goed artikel
Deze ervaring zette me aan het denken. Vooral nadat ik een paar weken terug een artikel las in De Correspondent. Arjen van Veelen beschrijft in dat stuk het ontmoedigingsbeleid van de Nederlandse overheid ten opzichte van wildzwemmen. Opvallend vaak waarschuwt de overheid tegen de gevaren van zwemmen in open water.
Je kunt er zwemmersjeuk van krijgen, de ziekte van Weill of er kunnen giftige chemische stoffen als PFAS in je lijf komen. Het lijkt er sterk op dat de overheid ons liever ziet zwemmen in gecontroleerde, chloorhoudende zwembaden dan in de rivieren en meren van ons eigen land.
“Maak mensen niet bang voor water, maar doe iets aan de extreme vervuiling van ons water.”
Advocaat van de natuur
Ik vind dat jammer. Waarom kunnen we hier niet van onze meren, rivieren en grachten genieten zoals de Zwitsers dat doen? Misschien heeft het iets te maken met onze complexe relatie en onze voortdurende strijd tegen het water. Water is in Nederland niet alleen een bron van leven, maar ook een potentiële bedreiging. Iets om te vrezen en te beheersen. Deze angst lijkt ons nog steeds in zijn greep te houden, waardoor we de liefde voor natuur én water kwijtraken.
Het niet-aanmoedigen van wildzwemmen voelt als een gemiste kans. Terwijl in andere landen inwoners wel worden aangemoedigd om van hun natuurlijke omgeving te genieten, worden wij gewezen op de gevaren en risico's. Bedankt overheid, dat je me waarschuwt, maar wat mij betreft moet je je aandacht richten op de oorzaak van het probleem. Maak mensen niet bang voor water maar doe iets aan de extreme vervuiling van ons water. Zodat iedereen over een paar jaar kan ervaren hoe fijn het is om in de natuur te zwemmen.
Een rivier is geen snelweg voor schepen
Daar is nog wel iets voor nodig, een bewustzijnsverandering. Rivieren zijn niet alleen snelwegen voor schepen of handige plekken om giftige stoffen in te lozen. Het zijn levende entiteiten waar de natuur, inclusief mens, afhankelijk van zijn. Waar wij als mens gebruik van mogen maken maar goed moeten beschermen voor de gezondheid van de rest van de natuur en de volgende generaties.
Wat zou het mooi zijn als we onze houding ten opzichte van water konden veranderen. Als we het weer konden zien als een bron van vreugde en ontspanning en niet langer als een bedreiging. Wees nou eerlijk, in een land dat bekendstaat als waterland, moet je toch gewoon buiten kunnen zwemmen?