Duurzaamheid. Wat betekent dat woord eigenlijk? En wanneer ben je als persoon of organisatie duurzaam bezig?  Tel je pas mee als je een dak vol zonnepanelen en een elektrische auto hebt? Of kun je veel beter plantaardig gaan eten om jezelf als duurzaam te mogen bestempelen? En heb je die stempel eigenlijk wel nódig als de industrie achterblijft? Kortom: wat is nu écht belangrijk als je duurzaam wilt leven?

Hot en happening

Als je nog nooit van het woord ‘duurzaamheid’ gehoord hebt, ben je vast een tijdje in de wildernis geweest: je kunt simpelweg niet meer om de term heen. Van marketingcampagne in de supermarkt tot nationaal debat met politieke partijen: duurzaamheid is overal. Ook in de politiek wordt steeds meer aandacht besteed aan het onderwerp.

In de afgelopen maanden nam de berichtgeving over het thema bij politieke partijen fors toe. In de week van 16 tot 23 januari publiceerde D66 maar liefst 267 artikelen met betrekking tot duurzaamheid en werden door sommige nieuwsbronnen, waaronder het Leidsch Dagblad en de Stentor, wel 30 artikelen rondom het thema geschreven. 

Duurzaamheid is een hot topic, maar van een duurzaam-bewuste bevolking is in ons land volgens sommigen nog geen sprake. Komt dit door de definitie of door onze acties?

Een duurzame definitie

Natuurlijk is het lastig te bepalen wanneer een land, of zelfs persoon, duurzaam is. Iedereen verstaat iets anders onder de het relatief vage begrip. Voor de één is duurzaam leven kiezen voor kwaliteitsproducten en investeren in nieuwe energie en voor de ander is duurzaamheid pas bereikt als er geen fossiele brandstoffen meer worden gebruikt.

De Verenigde Naties heeft het in het rapport ‘Our Common Future’ zo geformuleerd: “Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”. Later is dit uitgebreid met het ‘3P for sustainability’-model (waarin people, planet en profit centraal staan) en de Sustainable Development Goals

Uitspraken over hóe je op de allerbeste manier deze behoeften vervult doet de VN niet, hoewel ze wel leuke en eenvoudige tips geeft om thuis duurzamer te leven. Misschien is het ook helemaal niet belangrijk wat de definitie is: iedereen kan duurzamer leven.

Ontspullen voor een duurzamer dagelijks leven

Thuis zuiniger met water, elektriciteit en voedsel omgaan is een goede manier om significante duurzame stappen te zetten. Maar waar begin je, en waar leg je de focus op? Volgens onderzoek van CE Delft (voor het boek De Verborgen Impact van Babette Porcelijn) kun je het beste kijken naar de levenscyclusanalyse (LCA) om te bepalen wat de totale milieubelasting van ons consumptiepatroon is.

Hierbij wordt gekeken naar de hele productieketen, dus ook de ‘verborgen effecten’ zoals productie en transport. Uit het onderzoek blijken spullen de grootste impact te hebben in ons dagelijks leven. De gemiddelde Nederlander zorgt namelijk voor de volgende impact top-10:

  1. Spullen (totale jaarlijkse Nederlandse consumptie, gedeeld door het aantal inwoners)
  2. Vlees (op basis van 88 kg vlees eten per persoon per jaar)
  3. Wonen
  4. Auto (op basis van 8745 km autorijden per jaar)
  5. Voeding: plantaardig eten, vis en drinken (op basis van 923 kilo per persoon per jaar)
  6. Vliegen (op basis van het gemiddelde van 4198 km vliegen per persoon per jaar – een retourtje Schiphol – Sicilië)
  7. Kleding en textiel (op basis van 18 kilo per persoon per jaar)
  8. Zuivel en eieren (op basis van 92 kilo per persoon per jaar)
  9. Kraanwater
  10. OV (op basis van 1016 kilometer met het openbaar vervoer reizen per persoon per jaar)

De extra stap

Met goede keuzes op het gebied van vervoer, eten en spullen kun je dus al veel verschil maken, maar voor een duurzame toekomst is volgens andere partijen meer nodig. Over twintig jaar is het aardgas op en dus moeten we nu een omslag worden gemaakt om niet afhankelijk te worden van andere landen. 

Volgens Urgenda kunnen we binnen twintig jaar overschakelen op een volledig duurzame energievoorziening, zo staat in het rapport Visie 2030. Nederlanders gebruiken in huis veel meer gas (vooral voor verwarming) dan elektriciteit, dus minder verwarmen door beter te isoleren lijkt een eerste logische stap. Als we echter volledig zonder aardgas willen leven, moeten we over alternatieven voor gas gaan nadenken en overstappen op duurzame elektriciteit.

Zonnepanelen en windenergie zijn hiervoor een mogelijke oplossing, maar de financiële drempel om je huis te verbouwen is nog hoog. De kosten per gemiddelde woning voor het energieneutraal maken zijn rond de 35.000 euro, wat in 15 tot 20 jaar wordt terugverdiend (als je normaal voor gas en elektra tweehonderd euro per maand betaalt). Investeren in schone energie is dus nodig om een duurzame toekomst tegemoet te gaan, volgens Milieucentraal is het zelfs één van de belangrijkste 'Klimaatklappers', maar wel een actie waar je in moet investeren. Dit is dus niet voor iedereen zomaar een optie.

Het hele plaatje

Met minder spullen, een energieneutraal huis en een dieet zonder vlees kun je dus met een gerust hart zeggen dat je duurzaam bezig bent. Maar wat hebben al deze acties voor zin als de industrie niet meeverandert? Kun je je nog wel duurzaam noemen als je in een onduurzame industrie werkt? 63% van de totale CO2- en methaanuitstoot tussen 1751 en 2010 werd veroorzaakt door slechts negentig entiteiten. Hiervan waren 56 veroorzakers gasbedrijven en 37 kolenproducenten

Veruit het grootste deel van de door deze bedrijven geproduceerde energie wordt gebruikt voor de industrie, omdat zij energie als grondstof gebruiken. Deze industrie houdt zich tegelijkertijd ook bezig met het produceren van spullen voor jóu als consument. Indirect ben je, met jouw consumptiegedrag, dus ook hier weer verantwoordelijk voor.

Terwijl de aandacht voor duurzaamheid bij consumenten is gestegen, 56% van de consumenten willen dat bedrijven helpen bij het maken van duurzame of bewuste keuzes, is de mate waarin bedrijven bezig zijn met duurzaam ondernemen in de beleving van consumenten niet veranderd. Toch zijn er ook in het bedrijfsleven al normen en richtlijnen, zoals de OESO, ISO en ILO. 86 % van de bedrijven vindt ook dat een onderneming de plicht heeft om na te denken over de impact op het milieu en de samenleving.

Kortom: steeds meer mensen, bedrijven én politieke actoren zijn met duurzaamheid bezig, maar ieder op een andere manier. Misschien is er wel geen 'ultiem' level van duurzaamheid, maar moeten we gewoon allemaal íets doen. Hoe klein je stapjes ook zijn, ook al begin je met het opruimen van je kledingkast, samen leiden ze gegarandeerd tot een betere wereld.